15250-m-cuypers

233 Appendices A behandelkeuze werd gemaakt ontvingen alle deelnemers vervolgvragenlijsten. Uit de resultaten bleek dat de meeste patiënten een jaar na de behandelkeuze weinig spijt hadden van hun keuze en tevredenwarenmet de informatie die destijdswas ontvangen. Hierbij werden geen verschillen gevonden tussen de keuzehulp en controle arm van de studie. Een minder positieve patiënt-dokter relatie en angst en depressie symptomen bleken verband te houden met het rapporteren van spijt over de behandelkeuze. Naast een positieve patiëntevaluatie is commitment van zorgverleners een belangrijke factor voor duurzame implementatie van keuzehulpen in de dagelijkse praktijk. In hoofdstuk 8 werd de keuzehulp door zorgverleners uit de PCPCC -studie geëvalueerd. Aan zorgverleners uit de controle arm werd om een evaluatie van de gebruikelijke informatievoorziening gevraagd. In totaal werden 108 zorgverleners (urologen en verpleegkundigen) uitgenodigd voor een vragenlijst-onderzoek (respons 58%, n=63). Uit de resultaten bleek dat zorgverleners uit de keuzehulp arm tevreden waren over de inhoud en gebruiksgemak van de keuzehulp. Tevredenheid met de keuzehulp was vergelijkbaar met de tevredenheid over de gebruikelijke informatievoorziening door zorgverleners uit de controle arm. Zorgverleners in de controle arm waren van mening dat met de gebruikelijke informatie, patiënten al het risico lopen om te veel informatie te ontvangen. In tegenstelling tot eerdere studies, werd er geen tijdsdruk ervaren door zorgverleners als gevolg van het werken met de keuzehulp, en werd dit ook niet verwacht door zorgverleners in de controlegroep. In de PCPCC studie werd naast de evaluatie door patiënten en zorgverleners ook de implementatie in de dagelijkse praktijk onderzocht ( hoofdstuk 9 ). Precieze inschattingen van de implementatiegraad en mate van daadwerkelijk gebruik van de keuzehulp zijn vaak moeilijk te bepalen. Doordat de huidige keuzehulp web-based is, gebruikers een persoonlijke inlogcode ontvingen, en er informatie beschikbaar was over de vermoedelijke omvang van de totale patiëntengroep, konden zowel implementatie als gebruik nauwkeurig in kaart gebracht worden. Binnen de studieperiode verschenen ongeveer 1.000 prostaatkankerpatiënten in de deelnemende ziekenhuizen, waarvan er 351 de keuzehulp hebben ontvangen (implementatiegraad 35%). Tussen ziekenhuizen varieerde de implementatie tussen 16 en 84%. Na ontvangst, logde de meeste patiënten in de keuzehulp in, en in de vragenlijst gaf 79% van de patiënten aan dat de samenvatting uit de keuzehulp was besproken met de uroloog. Gelijktijdig met de PCPCC vonden twee andere studies naar keuzehulpen voor prostaatkankerpatiëntenplaats inNederland, onderdenaamJIPPA( JointImplementation Patient-centered care ). De drie onderzochte keuzehulpen verschilden van elkaar in format (papier of online), hoeveelheid informatie (beknopt tot uitgebreid) en waarde