Rick Schreurs

159 Samenvatting en linkerkamer korter dan het interval tussen de rechterboezem en rechterkamer. Het gemiddelde effectieve AV-delay is een nieuwe parameter die rekening houdt met de vertraging tussen boezem en kamer van beide harthelften. Deze waarde corrigeert voor afwijkingen in activatie van de boezems en de kamers. In de toekomst kan dit mogelijk gebruikt worden om het AV-interval in pacemakers automatisch te optimaliseren. Hoofdstuk 5 richt zich op het gebruik van een versnellingsmeter (accelerometer) in een pacemakerdraad die gebruikt kan worden voor de optimalisatie van de vertraging tussen de boezems en de kamers en tussen de kamers onderling. De accelerometer registreert trillingen en vibraties in het hart en komt overeen met de eerste harttoon. Het doel van ons onderzoek was om het zogenaamde SonR1 signaal beter te leren begrijpen en te bestuderen welke invloed de knijpkracht van het hart, het AV-interval en de dyssynchronie tussen de kamers hierop heeft. Hiervoor werden experimenten gedaan in honden met harten die synchroon (smal QRS- complex) en dyssynchroon (LBTB) geactiveerd werd. Allereerst laten we zien dat de grootte (amplitude) van het SonR1 signaal correleert met de knijpkracht van zowel de linker- als rechterkamer, door de knijpkracht medicamenteus te versterken met dobutamine. Vervolgens testen we verschillende hemodynamische waarden tijdens het pacen van de rechterboezem en kamers met verschillende AV-intervallen. Hierbij gebruiken we signalen uit zowel de rechterboezem als rechterkamer. De amplitude van het SonR1 signaal is het laagst als de vertraging tussen de boezem en kamers activatie het langst is. De amplitude wordt groter naarmate het AV-interval korter wordt en stijgt exponentieel tijdens extreem korte AV-intervallen. Dit laatste kan verklaard worden doordat bij deze korte AV-intervallen de boezems samentrekken terwijl ook de kamers al geactiveerd zijn waardoor de kleppen tussen de boezems en kamers zich al sluiten, resulterend in verhoogde trillingen en vibraties in het hart. Het verschil in amplitude verschilt niet tussen linkerkamer pacen en biventriculair pacen. We concluderen dat de SonR1-amplitude wordt beïnvloed door veranderingen in knijpkracht en het tijdsinterval tussen activatie van de boezem en kamers, terwijl de mate van dyssynchronie een ondergeschikte rol lijkt te spelen. Plaatsing van de SonR-sensor in de rechterboezem lijkt de algehele hartfunctie beter te beoordelen dan een sensor geplaatst in de rechterkamer. In hoofdstuk 6 gebruiken we honden met een totaal AV-blok en CircAdapt computersimulaties om de invloed van pacen met verschillende vertragingen tussen de boezems en de kamers en tussen de kamers onderling te bestuderen. We onderzoeken wat de invloed hiervan is op de kracht waarmee de linker- en rechterkamer samentrekken. Vervolgens testen we hoe deze verschillen in knijpkracht leiden tot veranderingen in het hartminuutvolume. In honden zien we dat de knijpkracht van de linker- of rechterkamer toeneemt als deze eerder dan de andere wordt geactiveerd (pre-excitatie). Het veranderen van de vertraging tussen de boezems en de kamers lijkt dan weer weinig invloed te hebben op de knijpkracht van het hart. Deze waarnemingen werden bevestigd met het CircAdapt S

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0