M Beerens

SAMENVATTING 7 125 werden. Met beide technieken was een verbetering van de WSL te zien gedurende de 12 maanden. Alseen laesieaanwezigwas inhet tandoppervlak,werd ICDAS- score2het vaakst gescoord op beide tijdstippen. Veranderingen werden wel waargenomen in de tijd, maar het gebruik van het ICDAS scoringssysteem op klinische foto´s is onvoldoende gevoelig om veranderingen van WSL nauwkeurig te volgen. Met andere woorden, het gebruik van het ICDAS scoringssysteem op klinische foto’s heeft onvoldoende onderscheidend vermogen om veranderingen in WSL aan te tonen. Daarentegen biedt het visueel vergelijken van in de tijd genomen klinische foto’s voldoende onderscheidend vermogen voor het beoordelen van veranderingen in de ernst van WSL in de tijd. Geconcludeerd kan worden dat het monitoren van de ernst van WSL in de tijd door middel van visuele beoordeling op klinische foto´s nuttig is voor klinische besluitvorming bij het beheersen van WSL. Hoofdstuk 3 Het gebruik van Denaturing Gradient Gel Electrophoresis (DGGE) en conventionele microbiologie als een indicator voor witte vleklaesies; Een cross- sectioneel onderzoek. Het kunnen voorspellen van het cariësrisico bij patiënten die een behandeling met vaste apparatuur ondergaan, kan nuttig zijn bij een inschatting of WSL zullen ontstaan. Denaturing Gradient Gel Electrophoresis (DGGE), een techniek om bacteriefragmenten te scheiden en onderzoek naar de microbiële samenstelling blijken beide een voorspellende waarde te hebben om het cariësrisico bij jonge kinderen te bepalen. Deze methoden zouden nuttig zijn bij de voorspelling van het cariësrisico bij orthodontie patiënten. In deze studie werd de voorspellende waarde van deze twee methoden beoordeeld bij patiënten met volledige behandeling met vaste apparatuur (de slotjesbeugel). Monsters van tandplaque van patiënten met en zonder WSL werden onderling vergeleken. Tandplaque werd verkregen van 37 patiënten direct voorafgaandaanhet verwijderenvandevasteapparatuur.Dezemonsters werden gebruikmakend van Gellcompare-II-software op DGGE patronen geanalyseerd. De software werd aangepast door de geautomatiseerde banddetectie-instellingen te variëren. Deze werden vervolgens vergeleken