M Beerens

126 CHAPTER 7 met de visuele detectie van banden, om zo de optimale instelling te vinden. Daarnaast werden de plaquemonsters geanalyseerd met behulp van een conventionele microbiologische platingtechniek (incubatie op petrischalen) voor het bepalen van aantallen kolonievormende eenheden (CFU’s) als maat voor de hoeveelheid bacteriën, en de percentages van zurenvormende flora, Streptococcus mutans , Lactobacillus spp. en Candida albicans . De aanwezigheid van (WSL) werd onmiddellijk na verwijdering van de vaste apparatuur bepaald. Hierbij bleek dat van de 37 patiënten, 28 patiënten WSL hadden en slechts negen WSL-vrij waren. De software-instellingen bleken bepalend voor het aantal detecteerbare DGGE-banden. De wijziging van de software instelling bepaalde of er een significant verschil was tussen de patiënten met en zonder WSL. Met de conventionele microbiële plating werden er geen verschillen tussen groepen waargenomen voor de microbiologische parameters (zuren vormende flora, S. mutans , Lactobacillus spp. en C. albicans ). Concluderend, de instellingen van Gelcompar-II software bepalen of resultaten significant verschillend zijn. DGGE en conventionele microbiologische parameters voor aantallen kolonievormende eenheden (CFU’s) en percentages van zurenvormende flora, S. mutans , Lactobacillus spp. en C. albicans kunnen het risico op de vorming van WSL bij deze orthodontische patiënten niet voorspellen. Hoofdstuk 4 Het effect van MI Paste Plus ® op de remineralisatie van witte vleklaesies en tandplaque na de orthodontische behandeling met vaste apparatuur; een gerandomiseerd klinisch onderzoek met een follow-up van 3 maanden. De effecten van MI Paste Plus ® als remineraliserend middel voor WSL werden gedurende een periode van 3 maanden geanalyseerd middels twee onderzoeksmethoden: 1. Kwantitatieve licht-geïnduceerde fluorescentie (QLF) beeldvorming om veranderingen in de mate van WSL te beoordelen, en 2. Conventionele microbiologie om veranderingen in de samenstelling van de plaque te bepalen.