15283-B-Blokker

206 SAMENVATTING De autopsie (ofwel obductie) is een postmortaal onderzoek dat vooral wordt uitgevoerd om de doodsoorzaak te vinden of te bevestigen. Daarnaast vervult het ook andere belangrijke functies in de hedendaagse geneeskunde. Denk bijvoorbeeld aan de terugkoppeling naar de clinici over gestelde diagnosen en gegeven behandelingen, waarmee deze kunnenworden geëvalueerd enwaar nodig verbeterd, omzo de kwaliteit van onze medische zorg hoog te houden. Helaas blijken de obductiepercentages al jaren dalende te zijn in veel Westerse landen. Om de situatie in Nederland en de ernst van de daling in ons land goed in beeld te brengen, hebben we een retrospectieve studie uitgevoerd. In hoofdstuk 2 evalueerden we de Nederlandse sterftecijfers en obductiepercentages onder volwassenen tijdens een periode van 35 jaar (van 1977 tot en met 2011). Hierbij keken we ook naar verschillen in daling per geslacht, leeftijd en type ziekenhuis. We vonden dat elk jaar gedurende deze periode meer volwassenen stierven, maar dat relatief steeds minder mensen overleden in de ziekenhuizen en dat nóg minder overledenen werden geobduceerd. De obductiepercentages waren het hoogst voor mannen, voor jonge patiënten, en voor patiënten die stierven in academische ziekenhuizen. Het landelijke obductiepercentage daalde elk jaar met 0,3% en het obductiepercentage van mensen overleden in ziekenhuizen daalde met 0,7% per jaar (van 31,4% naar 7,7%). We vroegen ons af waarom de obductiepercentages zo snel gedaald zijn en vonden diverse verklaringen in de literatuur, waaronder het (té) grote vertrouwen dat clinici hebben in de geavanceerde diagnostische technieken van tegenwoordig en het feit dat door de obductie het lichaam van de overledene beschadigd wordt. Om de mogelijke verklaringen verder te kunnen onderzoeken, hebben we een prospectieve observatie studie uitgevoerd, met behulp van duizend enquêtes. In hoofdstuk 3 beschreven we dat in 17,4% van de gevallen onze clinici niet eens om toestemming voor obductie hadden gevraagd, hoofdzakelijk omdat zij ervan overtuigd waren dat dit onderzoek, naast de tijdens het leven gestelde diagnosen, geen nieuwe feiten aan het licht zou brengen. Omdat 51% van de nabestaanden geen toestemming voor obductie gaf om diezelfde reden, namelijk dat de doodsoorzaak toch al bekend was, vermoeden wij dat de clinici in een groot deel van die casus, waarbij zij dus wél om toestemming vroegen, ook niet de noodzaak van obductie inzagen. Slechts in 16,1% van de gevallen gaven nabestaanden aan, dat zij bang waren voor de schade aan het lichaam die de obductie zou kunnen aanbrengen. Dit is veel minder dan we verwachtten. Samenvatting

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw