15289-s-bos

A 159 | Nederlandse samenvatting | Dankwoord | Curriculum Vitae | List of Publications | ECTS portfolio Nederlandse Samenvatting Sinds de introductie van statines als cholesterolverlagende medicatie in de jaren negentig, is de levensverwachting van patiënten met familiare hypercholesterolemie (FH) aanzienlijk verbeterd. Ondanks het gebruik van statines, ontwikkelen sommige FH- patiënten toch nog steeds hart- en vaatziekten (HVZ) (1). Het doel in dit proefschrift was om het resterende, oftewel residuale, risico op HVZ te identificeren in FH patienten die worden behandeld met lipidenverlagende medicatie zoals statines. In Deel 1 heb ik onderzocht wat de bijdrage is van beeldvormende technieken zoals echografie van de carotiden (hoofdstuk2,3), en coronaire angiografie (CTCA) hoofdstuk 4) in het bepalen van het risico op HVZ bij FH patiënten die worden behandeld met lipidenverlagende medicatie. In Deel 2 onderzocht ik of niet-traditionele risicofactoren zoals het atherosclerose veroorzakende lipoproteïne (a) [Lp (a)] (hoofdstuk 5, 6, 7) en “proteomics”, een techniek waarmee grootschalig eiwitten en hun biologische functie kunnen worden bestudeerd, (hoofstuk 8) de diagnostiek en behandeling van FH patiënten kunnen verbeteren. Deel 1: Cardiovasculaire beeldvorming en resterend hart- en vaatrisico bij FH-patiënten. Subklinische atherosclerose kan worden gemeten door middel van een echo van de halsslagaders ofwel carotiden. Met deze meting kan de afstand tussen de binnenste laag (intima) en middelste laag (media) worden gemeten, de “intima-media thickness” afgkort IMT. Tevens kan worden bepaald of er atherosclerotisch plaques aanwezig zijn in de carotiden. Omdat het een niet-invasieve meting is die relatief makkelijk te verrichten is en in een korte tijd te meten, wordt de halsslagader echo vaak gebruikt in klinische studies om cardiovasculaire risico’s te bepalen. In hoofdstuk 2 heb ik aangetoond dat het echoapparaat dat ik in dit proefschrift beschreven onderzoeken heb gebruikt voor echografie van de carotiden, betrouwbaar en reproduceerbaar is. Dit heb ik gedaan door middel van het bepalen van de variatie tussen verschillende metingen van dezelfde patiënt door 1 onderzoeker op hetzelfde echoapparaat te meten (intra-observer variatie). Daarnaast werd de variatie tussen metingen van dezelfde patiënt tussen twee verschillende onderzoekers op hetzelfde echoapparaat gemeten (inter-observer variatie). En ten slotte heb ik onderzocht of er een verschil was in metingen van dezelfde patiënt door dezelfde onderzoeker met verschillende echoapparaten; een traditioneel echografie apparaat en het moderne

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw