Lisette van Dam

Nederlandse samenvatting 14 203 In Hoofdstuk 2 worden de resultaten van de Theia studie beschreven, waarin de veiligheid van de MRDTI-scan voor het uitsluiten van een acuut ipsilateraal recidief DVT werd onderzocht. Deze studie liet zien dat onder patiënten met een negatieve MRDTI-uitslag en onder patiënten met een negatieve MRDTI-uitslag, die geen enkele vorm van antistollingsbehandeling kregen, de incidentie van een recidief VTE gedurende een follow-up periode van drie maanden laag was (1,1%; 95% betrouwbaarheidsinterval (95%-BI); 0,12-3,8 en 1,7%; 95%-BI 0,20- 5,9). Daarnaast bleek de MRDTI een reproduceerbare diagnostische test te zijn, met een goede overeenkomst tussen de diagnostische uitslag van de lokale radioloog en de posthoc-evaluatie door experts. Slechts bij 3,6% van de patiënten kon de MRDTI-scan niet worden verricht. Bovendien zou de toepassing van de MRDTI-scan tot 19% minder fout-positieve diagnoses hebben geleid. Daar staat tegenover dat, voorafgaand aan de implementatie van MRDTI-onderzoeken in de praktijk van recidief DVT-diagnostiek, de kosteneffectiviteit onderzocht moet worden, omdat een MRI-scan duurder is dan een echografisch onderzoek. In Hoofdstuk 3 worden de totale zorgkosten in één jaar tussen tien verschillende diagnostische strategieën vergeleken, bestaande uit de Wellsscore in combinatie met een D-dimeerbepaling, echografie en/of MRDTI-scan, bij vermoeden van een recidief DVT. Hieruit bleek dat de totale zorgkosten van strategieën met MRDTI- onderzoek gelijk of lager zijn dan strategieën zonder MRDTI-onderzoek, als direct gevolg van minder fout-positieve diagnoses door MRDTI-onderzoek. De conclusie was dat aanvullend MRDTI-onderzoek in de klinische praktijk niet leidt tot hogere zorgkosten. De zorgkosten kunnen ook worden beperkt door de toepassing van diagnostische algoritmes, waarbij een (recidief) VTE kan worden uitgesloten zonder beeldvorming, wanneer sprake is van een lage klinische voorafkans in combinatie met een negatieve D-dimeertest. De veiligheid van deze algoritmes is echter nog niet bewezen in grote prospectieve studies bij patiënten die een verdenking op recidief DVT hebben. Daarom is in Hoofdstuk 4 de sensitiviteit en specificiteit van de (aangepaste) Wells-beslisregel in combinatie met de D-dimeertest bij verdenking op ipsilateraal recidief DVT in de populatie van de prospectieve Theia studie onderzocht. Hieruit bleek dat het uitsluiten van een recidief DVT, gebaseerd op een lage klinische voorafkans volgens de (aangepaste) Wells-beslisregel in combinatie met een negatieve D-dimeertest, mogelijk leidt tot een onacceptabel hoog aantal fout-positieve diagnoses (6,1-11%). Derhalve wordt op basis van deze resultaten het routinematig gebruik van een klinische beslisregel en D-dimeertest in de diagnostiek van recidief DVT afgeraden. Bij voorkeur wordt direct compressie-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0