Maayke Hunfeld

266 Chapter 9 Wanneer een infauste prognose vastgesteld werd (tijdsinterval varieerde van < 48 uur tot >14 dagen), dan waren de consequenties verschillend tussen respondenten en landen. Dit varieerde van het staken van de intensive care behandeling tot continueren van de behandeling op de ICK, met of zonder restricties. De studie gepresenteerd in hoofdstuk 4 onderzocht de timing en doodsoorzaak bij 113 kinderen die tussen 2012-2017 werden opgenomen op de ICK van ons ziekenhuis na een hartstilstand buiten het ziekenhuis en waarbij de circulatie weer hersteld was. Een en vijftig kinderen hebben het ziekenhuis levend verlaten. De doodsoorzaken van de 62 overleden kinderen waren als volgt: hersendood (18/62), staken van de behandeling vanwege sombere neurologische prognose (42/62), staken van de behandeling vanwege therapie resistent cardiaal en of circulatoir falen (1/62) of opnieuw een hartstilstand (1/62). De overlevenden hadden, vergelekenmet overleden kinderen, vaker een hartstilstand in bijzijn van een ander, vaker een schokbaar ritme, de duur van de reanimatie was korter en het neurologisch onderzoek binnen 24 uur na opname was gunstiger. Er waren geen verschillen in basis-, reanimatie- en post-reanimatie variabelen (behoudens het aantal Extra Corporele Membraan Oxygenatie (ECMO) behandelingen) tussen de groep kinderen waarbij de behandeling gestaakt was vanwege een sombere neurologische prognose en tussen de groep kinderen die hersendood waren. De tijd die nodig was om tot de beslissing te komen om de behandeling te staken vanwege een sombere neurologische prognose varieerde van 0 tot 18 dagen (mediaan 0 dagen). Deze beslissing was gebaseerd op neurologisch onderzoek (100%), EEG (44%) en beeldvorming van de hersenen (35%). Het doel van hoofdstuk 5 was om te onderzoeken of een vroege MRI hersenen met diffusion weighted imaging (DWI) bij een kind na hartstilstand buiten het ziekenhuis de neurologische uitkomst kan voorspellen op het moment van ontslag uit het ziekenhuis en 2 jaar later. Er werden 40 kinderen geïncludeerd, die opgenomen waren op de ICK van ons ziekenhuis tussen 2012-2017 en vervolgens een MRI hersenen hebben gekregen binnen 1 week na de hartstilstand. We hebben aangetoond dat een MRI hersenen zonder tekens van hypoxische schade op T1 en T2 gewogen opnames en op DWI, 100% voorspellend was voor een goede uitkomst 2 jaar na de hartstilstand. Daarentegen was een MRI met tekens van uitgebreide schade ( ≥ 50% van de grijze of witte stof of in 4 of meer gedefinieerde hersengebieden (al dan niet met betrokkenheid van de diepe grijze stof)) op T1 en T2 gewogen opnames en op DWI 100% voorspellend voor een slechte neurologische uitkomst of overlijden op het moment van ziekenhuis ontslag of 2 jaar na de hartstilstand. Indien er sprake was van focale schade (<50% van de hersenen), dan was het niet mogelijk om alleen op basis van de vroege MRI een neurologische uitkomst te voorspellen voor zowel ontslag ziekenhuis als 2 jaar na de hartstilstand.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0