Maayke Hunfeld

267 Summary/samenvatting In hoofdstuk 6 onderzochten we de associatie tussen het eerst gedocumenteerde hartritme en de lange termijn uitkomsten van een cohort met kinderen met een hartstilstand buiten het ziekenhuis over een periode van 18 jaar. Drie honderd zestig kinderen werden geïncludeerd, die tussen 2002 en 2019 een hartstilstand hebben gehad buiten het ziekenhuis, waarna ze opgenomen zijn op de spoedeisende hulp of ICK van ons ziekenhuis. Veertien procent van het totale cohort had een schokbaar hartritme, bij de adolescenten (12 tot 18 jaar) was dit 39%. Negen en dertig procent heeft het ziekenhuis levend verlaten. Bij eenmediane follow- up van 25 maanden had 81% van de overlevenden een goede neurologische uitkomt. De kans op een goede lange termijn uitkomst (overleven met een goede neurologische uitkomst) was negen keer zo hoog in het geval van een schokbaar hartritme, vergeleken met een niet-schokbaar hartritme, zelfs na correctie van confounders. In hoofdstuk 7 zijn de functionele en neuropsychologische uitkomsten bij kinderen onderzocht, 3-6 en 24 maanden na hartstilstand buiten het ziekenhuis. Daarnaast werd de associatie tussen de pediatric cerebral performance category (PCPC) score en intelligentie scores geëxploreerd. Het totale cohort bestond uit 49 kinderen (overlevenden) die opgenomen zijn geweest op onze PICU na een hartstilstand buiten het ziekenhuis tussen 2012 en 2017. Drie tot zes en vier en twintig maanden na de hartstilstand had respectievelijk 74% en 73% een goede uitkomst, uitgedrukt in PCPC score. Drie tot zes en vier en twintig maanden na de hartstilstand scoorden de kinderen lager op het gebied van vastgehouden aandacht en verwerkingssnelheid in vergelijking met de norm. Daarnaast scoorden ze 24 maanden na de hartstilstand ook lager op intelligentie, selectieve aandacht en cognitieve flexibiliteit. Bij de kinderen die op beide tijdstippen neuropsychologisch werden getest, werden in de loop van de tijd geen significante veranderingen in neuropsychologische uitkomsten gevonden. Intelligentie scores correleerden niet met de PCPC scores. In hoofdstuk 8 bespraken we de bevindingen van dit proefschrift met de sterke en zwakke punten en de beperkingen. Tevens hebben we aanbevelingen gedaan voor toekomstige studies. 9