Birgitta Versluijs

183 Nederlandse samenvatting 10 Immuun gemedieerde longziekte na SCT Longcomplicaties na SCT komen bij 25-75% van de patiënten voor. In ongeveer de helft van de gevallen gaat het om infecties door virussen, bacteriën of schimmels. In de loop van de jaren zien we relatief steeds vaker niet-infectieuze longproblemen. Er zijn ver- schillende vormen van niet-infectieuze immuun gemedieerde longziekten zoals Idiopa- thisch Pneumonie Syndroom (IPS) en Bronchiolitis Obliterans Syndroom (BOS). IPS treedt vaak vroeg op na SCT en wordt gekarakteriseerd door het vrij acuut ontstaan van klachten van benauwdheid, zuurstofbehoefte en afwijkingen op de X-thorax. BOS treedt meestal later op, kent een sluimerend begin met inspanningsintolerantie, hoesten en benauwdheid, en heeft typische afwijkingen bij longfunctietesten en HRCT-scan van de longen. Bij deze ziektebeelden speelt de donorafweer (allo-immuniteit) een cruciale rol, vandaar dat we ze onder de verzamelnaam allo-immuun longbeeld vatten (Allo-long- beeld). Allo-longbeelden zijn ernstig en kennen een hoge mortaliteit, volgens gepubli- ceerde studies overlijdt 20-80 % van de patiënten met BOS of IPS. In Hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van alle longcomplicaties die kunnen op- treden bij de behandeling van kinderkanker, inclusief SCT. Met de verbetering van kin- deroncologische behandelstrategieën is de overlevingskans van kinderen met kanker de laatste decennia gestegen tot ongeveer 75%. Hoe meer overlevers we gedurende langere tijd volgen, des te meer we leren over de (lange termijn) effecten van de behandeling op FIGUUR 1. Schematisch overzicht traject van stamceltransplantatie (SCT). Conditionering: chemotherapie ± bestraling SCT Immuun herstel -7 0 +28 +100 Immuun-suppressieve therapie IPS BOS Graft versus Host Ziekte (GvHD) Directe toxiciteit conditionering Infectieuze dreiging