Dorien Bangma

278 | SAMENVATTING de cognitieve als de affectieve component van impulsief koopgedrag en gebruikten vaker een vermijdende beslissingsstijl bij het nemen van financiële beslissingen in vergelijking met de groep zonder ADHD-symptomen. Ondanks verschillende beschreven beperkingen, wijzen de resultaten van dit onderzoek op meer impulsief koopgedrag en een frequenter gebruik van inadequate financiële beslissingsstijlen (namelijk vermijdende en spontane beslissingsstijlen) bij personen die voldoen aan zelf-gerapporteerde huidige ADHD-criteria (namelijk volwassenen met ADHD en volwassenen met adult-only of late-onset ADHD) in vergelijking met personen zonder symptomen van ADHD. Contextuele factoren, namelijk persoonlijkheid en demografische variabelen, kunnen (in ieder geval gedeeltelijk) van invloed zijn op de associatie tussen impulsief koopgedrag, het gebruik van financiële beslissingsstijlen en ADHD. Er kunnen echter geen directe causale conclusies worden getrokken en prospectief longitudinaal onderzoek wordt voorgesteld om de causaliteit tussen deze variabelen verder te onderzoeken. Deel IV: Discussie Dit proefschrift wordt afgesloten met een kritische bespreking van de gepresenteerde studies en een algemene conclusie ( hoofdstuk 9 ). Samenvattend is er bewijs gevonden dat patiënten met NDDs en volwassenen met ADHD meer kans hebben op problemen met FDM- bekwaamheid dan gezonde personen. De ernst van cognitieve stoornissen lijkt verband te houden met de mate van problemen met FDM-bekwaamheid bij deze patiënten. Rekenvaardigheid werd het meest consistent gevonden als een significante voorspeller van aspecten van FDM-bekwaamheid bij gezonde controles, patiënten met NDDs en volwassenen met ADHD. Verder is er bewijs gevonden dat verwerkingssnelheid, werkgeheugen en verbaal geheugen positief gerelateerd zijn aan het vermogen om (adequate) financiële beslissingen te nemen. Voor andere cognitieve functies waren de resultaten niet doorslaggevend. Naast cognitieve stoornissen lijken verschillende contextuele factoren, zoals leeftijd, opleidingsniveau en persoonlijkheid, een rol te spelen en op een negatieve (of positieve) manier verband te houden met aspecten van de FDM-bekwaamheid van een individu. Om (klinische) beslissingen te nemen over de autonomie van een individu om zijn of haar eigen financiële beslissingen te nemen, is zorgvuldig en uitgebreid onderzoek vereist dat de ethische principes respecteert (namelijk autonomy, beneficence, justice en non-maleficence ). Voor dit doel wordt voorgesteld om verschillende informatiebronnen samen te voegen, inclusief zowel indirecte als directe evaluatie, bij het nemen van beslissingen over de FDM- bekwaamheid van een persoon. Het is tevens belangrijk om de financiële competentie, financiële prestaties en invloedrijke contextuele factoren te onderzoeken. Daarom is in dit proefschrift een nieuwe FDM-testbatterij geïntroduceerd die niet alleen de financiële competentie van een individu evalueert, maar ook hun financiële prestaties en gerelateerde contextuele factoren. De FDM-testbatterij heeft voldoende divergente validiteit en betrouwbaarheid en bleek in staat om sterke en zwakke punten van verschillende aspecten van FDM bij zowel patiënten als gezonde controles te kunnen onderscheiden. De FDM-testbatterij zoals voorgesteld in dit proefschrift is echter nog niet geschikt voor gebruik in de klinische praktijk, vanwege (1) het ontbreken van normatieve gegevens, (2) de omvang en duur van de testbatterij en (3) het feit dat de psychometrische eigenschappen van de FDM tests en

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0