Martine Kruijtbosch

215 Samenva t t i ng op dezelfde manier om met de drie tekorten. Bij een tekort van een anticonceptivum en van een Parkinson geneesmiddel zouden apothekers echter eerder importeren dan bij een tekort van een osteoporose geneesmiddel. Verder werd het redeneren van de apothekers bij de afhandeling van de drie geneesmiddelentekorten voornamelijk beïnvloed door stellingen behorende bij het beroepsethische MRP. In het geval het tekort een mogelijk beperktere invloed heeft op patiëntuitkomsten (d.w.z. het tekort van een anticonceptivum en van een osteoporose geneesmiddel) en wanneer alternatieven voor het tekort duur zijn (d.w.z. het tekort van een osteoporose geneesmiddel) werden apothekers meer beïnvloed door stellingen die bij een bedrijfsoriëntatie MRP horen. We concludeerden dat in dergelijke situaties van geneesmiddelentekorten het moreel redeneren vanuit de beroepsethiek van apothekers op de achtergrond kan geraken. In hoofdstuk 3.3 hebben we gebruik gemaakt van dezelfde dataset van 267 openbaar apothekers als in hoofdstuk 3.2. We wilden groepen apothekers vinden met een dominant MRP en determinanten detecteren die mogelijk geassocieerd zijn met dergelijke dominante MRP's. De determinanten waren geslacht, leeftijd, type apotheek, functieprofiel en het type geneesmiddeltekort (d.w.z. verschillende niveaus van impact op patiëntuitkomsten). We ontdekten dat apothekers met het functieprofiel ‘beherend apotheker’ of apothekers die geconfronteerd worden met een type geneesmiddeltekort met ‘een lagere impact op patiëntuitkomsten’ (d.w.z. het anticonceptivum tekort) een kleinere kans hebben om voornamelijk te redeneren vanuit een beroepsethisch MRP. Deze kans was in het geval van het anticonceptivum tekort het kleinst. We concludeerden daarom dat in de situatie van geneesmiddelentekorten een dominant beroepsethisch MRP van apothekers beter verklaard wordt door hun opvatting over het mogelijke niveau van impact op patiëntuitkomsten dan door hun persoonlijke kernmerken. In het laatste onderzoek in deel 4 en hoofdstuk 4 van dit proefschrift hebben we onderzocht of moreel beraad (MB) het moreel reflecteren van openbaar apothekers bevordert. Moreel reflecteren is vereist om ethische beslissingen te nemen in situaties van morele dilemma's. In twee MB-sessies met behulp van videoconferencing participeerden in totaal 14 openbaar apothekers (zeven apothekers per sessie) en twee gespreksleiders. In elke sessie stond een moreel dilemmacasus, welke was ervaren door één van de deelnemers, centraal. Een dialoog aangemoedigd door de gespreksleider had tot doel de deelnemers te stimuleren om de feiten en (professionele) waarden die voor de casusinbrenger een rol speelden in het dilemma te onderzoeken en te begrijpen, de perspectieven en waarden van alle bij het dilemma betrokken partijen te formuleren, de argumenten voor het best mogelijke handelen te formuleren, en de morele kernvraag te beantwoorden. We concludeerden dat MB potentie heeft om het moreel reflecteren van openbaar apothekers te bevorderen. Deelnemers werden zich meer bewust van hun professionele waarden en de rol die deze spelen bij het herkennen van het morele

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0