Diederik Hentenaar

178 Addendum In hoofdstuk 4 wilden we het effect evalueren van mechanische decontaminatie van het implantaatoppervlak met behulp van air-polishing met eryhtritolpoeder op klinische, radiografische en microbiologische parameters. De parameters werden beoordeeld vóór de behandeling (baseline) en op 3, 6, 9 en 12 maanden follow-up. Patiënten die na 3 maanden follow-up als niet succesvol werden beschouwd in de niet-chirurgische peri-implantitis studie van hoofdstuk 3 werden uitgenodigd om deel te nemen aan de chirurgische follow-up studie beschreven in hoofdstuk 4. Tijdens een resectieve chirurgische ingreep, bestaande uit botrecontouring, mechanisch oppervlaktereiniging en apicaal verplaatste flap de implantaatoppervlakken van 93 implantaten met peri- implantitis (n=57 patiënten) werden willekeurig behandeld met air-polishing (test) of in zoutoplossing gedrenkte gazen (controle). Voor de behandeling (baseline) en 3, 6, 9 en 12 maanden na de therapie werden klinische parameters bepaald. Röntgenologisch onderzoek vond plaats na 3, 6 en 12 maanden follow-up en microbiologische monsters werden op baseline en 12 maanden na de behandeling genomen. Er werden geen verschillen gevonden tussen de test- en controlegroep voor de primaire uitkomstmaat BoP over 12 maanden follow-up, noch voor de secundaire parameters Plq, PPD en MBL. Tussen beide groepen werd een significant verschil gevonden voor de niveaus van SoP. Er werd geen significant effect op 8 klassieke parodontale pathogeenniveaus gevonden, tevens zonder verschil in effect tussen beide therapieën. Na 1 jaar follow-up werd een succesvol behandelresultaat (PPD <5 mm, maximaal 1 van de 6 plaatsen BoP, geen pus en geen progressief botverlies >0,5 mm) bereikt voor in totaal 18 implantaten (19,2%). De gerandomiseerde klinische studie gepresenteerd in hoofdstuk 5 was gericht op het evalueren van het effect van chemische implantaatoppervlakte reiniging met fosforzuur tijdens een chirurgische peri-implantitisbehandeling op klinische, radiografische en microbiologische parameters. In totaal werden 28 patiënten met 53 implantaten met peri-implantitis behandeld met een resectieve chirurgische benadering bestaande uit botrecontouring, chemische oppervlaktereiniging en apicaal verplaatste flap. Patiënten werden willekeurig toegewezen aan reiniging met fosforzuur 35% (testgroep) en spoelen met zoutoplossing (controlegroep). Microbiologische parameters werden geregistreerd tijdens de operatie, terwijl klinische en radiografische parameters werden geregistreerd vóór de behandeling (baseline) en 3 maanden na de behandeling. Decontaminatie van het implantaatoppervlak met fosforzuur 35% leidde tot een grotere onmiddellijke onderdrukking van bacteriekolonievormende eenheden op het implantaatoppervlak dan spoelen met zoutoplossing (1 minuut overvloedig spoelen met steriele zoutoplossing). Bij het vergelijken van microbiologische monsters genomen van de peri-implantaire sulcus 3 maanden na de operatie met pre-operatieve monsters, waren er significant minder kweekpositieve implantaten na de decontaminatieprocedure in de fosforzuurgroep (p = 0,042). Tussen beide groepen werden echter geen significante

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0