Appendices 188 Lieve Marcel, ik ben zo gelukkig dat ik je sinds kort mijn man mag noemen. Ik kan niet in een paar zinnen beschrijven waar ik je allemaal dankbaar voor ben en hoeveel ik van je hou. Zonder jouw steun, in mentale én praktische zin, was dit proefschrift er nooit gekomen. Je was de allerbeste coronatijd-thuiswerkcollega die ik me kon wensen en hebt vele cappuccino’s met hartjes voor me gemaakt. Mijn omschrijvingen en lelijke penkrabbels toverde jij om tot figuren die nog mooier waren dan ik in mijn hoofd had en ik ben super trots op de mooie cover die jij hebt gemaakt, ook al was mijn planning wat krap. Jij steunt me in alles, maar zorgt tegelijkertijd dat ik niet uit het oog verlies wat écht belangrijk is. Jij bent de liefde van mijn leven, een geweldige vader, mijn rots in de branding en mijn thuis. Samen kunnen we alles! Lieve Luuk en Koen, jullie zijn de leuksten en de liefsten! Wat ben ik blij met jullie en wat maken jullie mij gelukkig. Vergeleken daarbij is al het andere onbelangrijk. Het was soms moeilijk om tijd vrij te maken voor de laatste loodjes van dit proefschrift, tijd die ik liever met jullie doorbracht, maar het is gelukt. Ik geniet iedere dag van jullie en vind het heerlijk om te zien hoe jullie steeds weer nieuwe dingen leren, ontzettend lief met elkaar kunnen spelen, en samen boevenstreken kunnen uithalen. Naar jullie kan ik uren kijken. Een lach, kus of knuffel van jullie maakt iedere dag goed. Jullie zijn alles!
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw