Geert Kleinnibbelink

Chapter 11 232 In Hoofdstuk 5 onderzochten we de impact van een hardloopsessie op 3,000m gesimuleerde hoogte in de hoogtekamer op bloeddrukverlaging, en of de mate van deze bloeddrukverlaging gerelateerd is aan de daling van de bloeddruk na 12 weken training. Ons onderzoek toonde aan dat de mate van bloeddrukdaling niet verschilt wanneer er wordt hardgelopen op 3,000 gesimuleerde hoogte in vergelijking met hardlopen op zeeniveau. De mate van bloeddrukverlaging na de eerste hardloopsessie was evenredig met de grootte van het bloeddrukverlagende effect van een 12 weken durend trainingsprogramma. Concluderend, onze resultaten laten zien dat sporten op hoogte het bloeddrukverlagende effect na een enkele hardloopsessie niet verandert maar dat er wel een nauwe relatie is tussen acute en chronische veranderingen in bloeddruk als reactie op een trainingsprogramma bij gezonde individuen. Deel II – Veranderde haemodynamiek en lichamelijke inspanning bij patiënten met pulmonale hypertensie In Hoofdstuk 6 hebben we een systematische literatuurreview en meta-analyse uitgevoerd om te onderzoeken of rechterventrikel strain, een relatief nieuwe maat voor rechterventrikelfunctie, prognostische waarde heeft voor het optreden van gezondheidsproblemen en overlijden bij patiënten met pulmonale hypertensie. De belangrijkste bevinding was dat rechterventrikel longitudinale strain prognostische waarde heeft voor overlijden. In mindere mate vertoonde rechterventrikel strain ook voorspellend vermogen voor het gecombineerde eindpunt van overlijden en het optreden van gezondheidsproblemen. In Hoofdstuk 7 hebben we de impact van de preload (ook wel vullingsdruk genoemd) op de eigenschappen van de niet-invasieve rechterventrikel strain-volume curve vergeleken met de eigenschappen van de conventionele invasieve druk-volume curve. We toonden aan dat een vermindering van de preload leidt tot een grotere bijdrage van longitudinale myocardiale strain om de systolische volume-ejectie te faciliteren en omgekeerd. Daarnaast vonden we een sterke correlatie tussen de strain-volume en de druk-volume curve in de beoordeling van cardiale contractiliteit. Dit suggereert dat de invasieve en niet-invasieve curves vergelijkbare informatie verschaffen met beiden waardevolle informatie met betrekking tot de identificatie van verschuivingen van de curves en cardiale contractiliteit.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0