Marga Hoogendoorn

146 de intra beoordelaars betrouwbaarheid variëren van laag tot goed, met lage resultaten voor de items waarvoor de verpleegkundigen een tijd inschatten en goede resultaten voor de overige items. Vanwege de belangrijke rol van werklastscoresystemen hebben we geconcludeerd dat het nodig is om de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de NAS te verbeteren voor een vertaling naar de benodigde verpleegtijd. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van een validatiestudie met het meest gebruikte ICU- werklastscoresysteem om na te gaan of de NAS meer dan vijftien jaar na de lancering toe is aan een revisie. Verschillende verpleegkundigen in verschillende ziekenhuizen werden gevolgd door waarnemers. Tijd-en-bewegingstechnieken werden gebruikt om de verpleegtijd van een patiënt te meten voor alle verpleegkundige activiteiten tijdens dag-, avond- en nachtdiensten. De originele NAS-punten werden omgerekend naar de vooraf gedefinieerde tijd en vergeleken met de waargenomen tijd. De gevonden correlatie tussen de totale geconverteerde NAS-tijd en de totale waargenomen tijd per patiënt was 59%. Dit geeft aan dat de NAS slechts 59% van de verpleegtijd verklaart. De omgerekende NAS- tijd per patiënt was hoger in vergelijking met de geobserveerde tijd, wat aangeeft dat de NAS de totale benodigde verpleegtijd overschatte. Voor een effectievere verpleegkundige capaciteitsplanning is het daarom aan te raden om beter inzicht te krijgen in de werkelijke verpleegkundige werklast en de tijdstoekenning van elk NAS-item te herzien. Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten van een onderzoek om de associatie tussen de objectieve verpleegkundigewerklast ende ervarenverpleegkundigewerklast vast te stellen en om andere factoren te identificeren die samenhangen met de ervaren verpleegkundige werklast. Tijdens 228 diensten in acht verschillende ziekenhuizen werd de objectieve verpleegkundige werklast gemeten met de NAS en de ervaren verpleegkundige werklast met de NASA-TLX. Klinische onderzoekers identificeerden andere factoren op basis van literatuur en gegevens die beschikbaar zijn in het Nederlandse kwaliteitsregister voor Intensive Care en categoriseerden die factoren in drie categorieën: patiëntfactoren (ernst van ziekte, comorbiditeiten, leeftijd, BMI en geplande of ongeplande opname), verpleegkundige factoren (opleidingsniveau) en contextuele factoren (aantal patiënten per verpleegkundige, soort dienst en dag van opname of ontslag). Uit dit onderzoek bleek dat werkdruk door verpleegkundigen anders wordt ervaren dan de objectieve verpleegkundige werkdruk zoals gemeten met NAS; de NAS was niet significant geassocieerd met de ervaren verpleegkundige werklast. Echter, zowel de ernst van de ziekte van de patiënt als het zijn van een leerling-verpleegkundige waren factoren die de ervaren verpleegkundige werklast verhogen. De planning van verpleegkundig personeel dient daarom gebaseerd te zijn op de NAS, de ernst van de ziekte van de patiënt en het opleidingsniveau van de verpleegkundige.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0