Addi van Bergen
216 stratifiers liet zien dat de SEI-HS significant beter presteerde in het identificeren van bevolkingssegmenten met angst- en depressieklachten en lage regie eigen leven en even goed presteerde bij het identificeren van andere gezondheidsproblemen. Ook zagen we dat laag opgeleide volwassenen mét sociale uitsluiting een vier keer hogere kans hadden op angst- en depressieklachten dan laag opgeleide volwassenen die niet sociaal uitgesloten zijn en bijna drie keer hogere kans op lage regie eigen leven. Ditzelfde patroon zagen we terug bij laag inkomen, lagere arbeidsmarktpositie en niet-westerse migratieachtergrond. De bevindingen van dit onderzoek hebben implicaties voor de gezondheidszorg, de publieke gezondheid en sociale domein in de grote steden. Vooral de hoge prevalentie van lage regie eigen leven is een belangrijke factor om rekening mee te houden bij het kiezen, ontwerpen en implementeren van interventies en diensten, zoals interventies en diensten die weinig eigen regie vereisen, het gevoel van eigenwaarde verhogen en effectieve coping-mechanismen stimuleren. Hoofdstuk 7 van dit proefschrift vat de belangrijkste bevindingen samen, reflecteert op de beperkingen en sterke punten van het onderzoek en bespreekt implicaties voor lokale volksgezondsmonitoring en toekomstig onderzoek, beleid en praktijk. In dit proefschrift brachten we op een systematische wijze de evidence base van de associatie tussen SU en gezondheid in beeld, we ontwikkelden een meetinstrument voor sociale uitsluiting en verkenden een eerste toepassing van dit meetinstrument in volksgezondheidsmonitoring. De resultaten waren beloftevol. De verwachte samenhang tussen hoge SU/lage SI en ongunstige gezondheidsindicatoren werd bevestigd. Met de constructie van de SEI-HS is nu een betrouwbaar, valide en efficiënt instrument beschikbaar voor GGD-en waarmee sociale uitsluiting in de volwassen bevolking periodiek gemeten kan worden, inclusief bij de belangrijkste niet-westerse migrantengroepen. De verkenning liet zien dat de SEI-HS een ‘high- risk/high-need’ bevolkingssegment in beeld brengt waarin sociale problemen, een minder goede gezondheid en weinig regie over het eigen leven samenkomen. Deze resultaten ondersteunen de WHO visie van sociale uitsluiting als beloftevol concept om gezondheidsachterstanden in kaart te brengen en aan te pakken. Dit onderzoek kent ook beperkingen. Met bevolkingsenquêtes worden de meest uitgesloten burgers niet bereikt, zoals degenen die dakloos zijn of ongedocumenteerd. Andere onderzoeksmethoden zijn aangewezen om sociale uitsluiting in deze groepen in kaart te brengen. De vertaling van monitoringsresultaten naar lokaal beleid is een aandachtspunt. Beleidsmedewerkers vinden het concept sociale uitsluiting abstract, breed en moeilijk te vertalen naar beleidsmaatregelen. De definitie en het meten van sociale uitsluiting mag dan abstract zijn, achter deze abstractie gaat vaak een harde realiteit schuil van mensen die de gevolgen van sociale uitsluiting dagelijks in hun leven ervaren. Met kwalitatief onderzoek en storytelling kunnen de abstracte cijfers tastbaar en concreet
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0