202 vergelijkbare factoren van belang in de lerarenopleiding. Allereerst moet rekening worden gehouden met de achtergrond van de aanstaande leraren (bijvoorbeeld hun geslacht, leeftijd of dat ze behoren tot een minderheidsgroep) en hun eerdere ervaringen met diversiteit, want die hebben grote impact op wat de aanstaande leraren in de opleiding leren en hoe ze dat leren. Verder komen er in de literatuur zes verschillende competenties naar voren voor het omgaan met religieuze diversiteit, namelijk bewustwording van verschillen, een open houding, juiste kennis over anderen, kritisch besef, in evenwicht brengen van persoonlijke opvattingen en professionele verantwoordelijkheden, en pedagogisch-didactische benaderingen voor diversiteit. Daarnaast zijn er manieren die regelmatig genoemd worden waarmee deze competenties verworven kunnen worden in de lerarenopleiding, namelijk de klas als leergemeenschap, lerarenopleiders als rolmodellen, ervaringsleren, kritische reflectie, en overdracht van kennis. In de focusgroepinterviews zijn door alumni verschillende factoren aangewezen die volgens hen van belang waren voor hoe ze leerden omgaan met religieuze diversiteit in de lerarenopleiding, namelijk ontmoetingen met studenten of lerarenopleiders uit andere kerken, rolmodellen van lerarenopleiders, meerdaagse excursies, realistische opdrachten en kennis van cultureel-maatschappelijke vorming en kerkgeschiedenis. De alumni laten zien dat deze factoren ook aan elkaar gerelateerd zijn: persoonlijke gesprekken tussen studenten (ontmoetingen) ontstaan bijvoorbeeld vooral tijdens de excursies en kennis van kerkgeschiedenis helpt hen dan om de onderlinge verschillen beter te begrijpen. Ten aanzien van de vraag of hun lerarenopleiding hen voldoende heeft toegerust om met religieuze diversiteit om te gaan, geven de alumni enerzijds aan dat zij zich in de praktijk goed redden en dus niets gemist hebben. Anderzijds vinden alumni het in hun werkpraktijk echter vooral lastig hoe ze moeten handelen als er verschillende opvattingen zijn onder leerlingen, tussen henzelf en ouders, of tussen henzelf en de schoolleider(s) of collega’s. De alumni geven aan dat ze graag meer handvatten hadden gekregen in de lerarenopleiding over hoe je in dergelijke situaties gesprekken kunt voeren. Bovendien doen ze de suggestie dat het voor de lerarenopleiding van belang kan zijn om meer aandacht te besteden aan ervaringen van buiten de eigen context van aanstaande leraren. De alumni stellen voor om uitwisselingen te organiseren met studenten van andere lerarenopleidingen om zo meer ontmoetingen met niet-/andersgelovigen te creëren. Daarnaast onderstrepen de alumni het belang van de eerder genoemde realistische opdrachten. De alumni onderstrepen ook dat de lerarenopleiding niet de enige omgeving is waarin aanstaande leraren leren omgaan met religieuze diversiteit en
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw