Sanne de Bruin

223 Nederlandse samenvatting Achtergrond Eenmens heeft ongeveer 4-6 liter bloed door zijn of haar aderen stromen. Bloed bestaat grofweg uit twee componenten: een vloeistof component en een cellulaire component. De vloeistof component, ook wel bloedplasma genoemd, is ruim de helft van het totale volume van het bloed. In deze vloeistof zijn verschillende eiwitten opgelost met ver- schillende functies, waaronder het ondersteunen van de bloedstolling. De cellulaire component bestaat uit verschillende type bloedcellen, 99% daarvan zijn rode bloed- cellen (RBCs). RBCs zijn verantwoordelijk voor het zuurstof transport naar alle organen. Daarnaast hebben we witte bloedcellen, de cellen die ons tegen bacteriën, virussen en schimmels in ons lichaambeschermen. Ten slotte zijn bloedplaatjes ook een belangrijke bloedcomponent, deze cellen heb je, naast de eiwitten in het plasma, nodig om het bloed te kunnen laten stollen als er ergens in het lichaam een bloeding is. Door ziekte, of bloedverlies door ongelukken of na een operatie kunnen we een tekort hebben van één of meerdere componenten in ons bloed. Eén van de mogelijke behandelingen van zo’n tekort is een bloedtransfusie. Om een bloedtransfusie mogelijk te maken, wordt een bloeddonatie bij de bloedbank over het algemeen gedoneerd bloed gescheiden in drie componenten welke resulteert in de meest voorkomende bloedproducten; RBC transfusie, bloedplaatjes transfusie en plasma transfusie. Bloedtransfusie is een medische behandeling die levensreddend kan zijn. Echter, zoals elke medische behandeling, kent bloedtransfusie ook een risico op bijwerkingen zoals allergische reacties, bloed overdraagbare infecties en transfusie gerelateerde acute longschade. Deze bijwerkingen kunnen levensbedreigend zijn. Het is daarombelangrijk om bij elke patiënt de potentiële voordelen af te wegen tegen de potentiële nadelen. In dit proefschrift ligt de focus op patiënten die zijn opgenomen op de intensive care. Dit zijn patiënten die een grote operatie hebben ondergaan waarna ze voor korte tijd ge- monitordmoeten worden en/of waarbij een onderliggende ziekte er toe leidt dat één of meerdere essentiële lichaamsfuncties bedreigd zijn, zoals de ademhaling, nierfunctie, leverfunctie en de bloedcirculatie. Door hun onderliggende ziektes, ontvangen veel van deze patiënten een transfusie ten tijde van een intensive care opname. Tegelijkertijd zijn deze patiënten ook gevoeliger voor het ontwikkelen van een ernstige bijwerking. In dit proefschrift werd onderzocht wat de afwegingen zijn op de intensive care om iemand een bloedproduct toe te dienen. Naast het toedienen van bloedproducten aan de juiste patiënten, is er ook ruimte om de kwaliteit van bloedproducten te verbeteren. De kwaliteit van een bloedtransfusie 10

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0