Sanne de Bruin

Omdat enquêtes een beperkt inzicht geven hoe er daadwerkelijk bloed toegediend wordt op de intensive care is er in hoofdstuk 4 een prospectieve studie uitgevoerd op een intensive care unit in een academisch centrum. Deze studie dient als een proefstu- die, zodat deze uiteindelijk internationaal uitgevoerd kan worden in veel verschillende soorten ziekenhuizen. In deze proefstudie zijn alle patiënten die in een specifieke week waren opgenomen op de intensive care dagelijks gevolgd. Demografische informatie, informatie over de achterliggende ziekte en laboratorium waarden werden dagelijks verzameld. De werklast is bijgehouden om de uitvoerbaarheid van de studie te beoor- delen. In de studieperiode zijn 48 patiënten geïncludeerd. In totaal zijn er in 8 patiënten 30 transfusiemomenten gerapporteerd waaronder 17 RBC-transfusies, 11 bloedplaatjes transfusies en 2 plasma transfusies. De gemiddelde tijd per geïncludeerde patiënt was drie uur. Zoals verwacht, zijn dit niet genoeg patiënten om harde conclusies te trekken over de huidige transfusiepraktijk. Maar deze resultaten vormen wel een goede basis omdeze studie wereldwijd op te zetten. Op dit moment loopt deze internationale studie nog en worden de eerste resultaten in 2022 verwacht. Het opslaan van rode bloedcellen in een basisch opslagmedium In hoofdstuk 5 is er een literatuursamenvatting gemaakt over de metabole veranderin- gen van RBCs over de tijd. Er is onderscheid gemaakt tussen normale veroudering in het lichaam, veroudering tijdens de opslag na bloeddonatie, en metabole veranderingen nadat een RBC-eenheid weer getransfundeerd is. Er bestaanmeerder overeenkomsten tussen veroudering in het lichaam en veroudering tijdens opslag. Glycolyse en pentose fosfaat route, twee belangrijke metabole routes voor RBC-overleving en functione- ren, worden geremd tijdens veroudering. Deze verandering vindt in sterkere mate ook plaats tijdens de opslag van rode bloedcellen. In hoeverre dit gebeurt hangt af van het bewaarmediumwaarin de rode bloedcellen bewaard worden. In bewaarmedia met een meer basische pH kunnen de glycolyse en de pentose fosfaat route langer actief blijven. In enkele studies is beschreven dat de glycolyse 72 uur na transfusie weer hersteld is. Hoe dat voor andere metabole routes zoals de pentose fosfaat route is, is niet duidelijk. In hoofdstuk 6 is de effectiviteit van rode cellen getest die in een basisch opslagmedium zijn bewaard. In een gerandomiseerde studie werd een nieuw opslagmedium PAGGGM (phosphate-adenine-glucose-guanosine-gluconate-mannitol) vergeleken met de hui- dige standaard SAGM (saline-adenine-glucose-mannitol). Gezonde vrijwilligers ont- vingen twee kleine RBC concentraten tegelijkertijd: 2 dagen en 35 dagen opgeslagen RBCs. Op basis van loting ontving de helft RBCs opgeslagen in SAGM en de andere helft in PAGGGM. Om de RBCs te kunnen vervolgen na transfusie werden ze gelabeld met

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0