Sanne de Bruin

226 Chapter 10 biotine. In deze studie vinden we dat de RBCs opgeslagen in PAGGGM niet langer in het lichaam overleven dan de RBCs die opgeslagen zijn in SAGM. De metabole status is wel beter in PAGGGM RBCs. De glycolyse en pentose fosfaat route is na transfusie actiever dan in de SAGM RBCs. Echter, na een dag zijn de verschillen tussen de twee groepen verdwenen. Er is wel een verschil gevonden in de overleving tussen de 2 dagen en 35 dagen opge- slagen RBCs. Tussen 2 en 7 dagen na transfusie is de overleving van de 2 dagen oude RBCs significant hoger dan de 35 dagen oude RBCs. Daarnaast hebben 2 dagen oude RBCs een beter metabool profiel dan de 35 dagen oude RBCs. Ook hier is de glycolyse en pentose fosfaat route tot 1 dag na transfusie actiever. Het labelen van bloedplaatjes met biotine De huidige gouden standaard voor het labelen van bloedplaatjes is een radioactief label zoals Indium-111 en Chromium-51. Omdat dit niet is toegestaan in kwetsbare patiënten groepen zoals minderjarige en kritiek zieke patiënten op de intensive care is een veilig alternatief wenselijk. In hoofdstuk 7 exploreren we een alternatieve techniek met bioti- ne, ook wel bekend als vitamine B8. Met behulp van biotine kunnen getransfundeerde bloedplaatjes na transfusie uit de circulatie geïsoleerd worden, iets wat niet mogelijk is met radioactieve labels. We hebben een reproduceerbare methode ontwikkeld in een gesloten systeem zodat er geen besmetting met bacteriën kan optreden tijdens bewerkingsprocedure. Het biotine label zelf heeft geen effect op de kwaliteit van bloedplaatjes. Wel leiden de bewerkingstappen, die nodig zijn voor het labelen, tot enige activatie. Ondanks de kleine toename in activatie, voldoet een gebiotinyleerd bloedplaatjes product aan alle kwaliteitseisen van de Nederlandse bloedbank, inclusief de mate van Annexine V en CD62P expressie, wat belangrijke markers van bloedplaatjes activatie zijn. Daarnaast zijn de gebiotinyleerde bloedplaatjes nog in staat om te activeren na toediening van een stimulus. Dit geeft aan dat de gebiotinyleerde bloedplaatjes nog wel functioneel zijn en kunnen bijdragen aan de bloedstolling. Gebiotinyleerde bloedplaatjes zouden daarom in de toekomst gebruikt kunnen worden om de opbrengst en overleving van bloedplaatjes te meten, wat van belang is voor het onderzoeken van nieuwe bloedplaa tjes producten en de effectiviteit van bloedplaatjes transfusie in kwetsbare patiënten.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0