Aernoud Fiolet

393 Summary in Dutch cohort. We concluderen op basis van die gegevens dat dit een typische afspiegeling is van patiënten met coronairlijden, representatief voor de dagelijkse klinische praktijk. Dit onderzoek zal bijdragen aan het evalueren van de effectiviteit van anti-inflammatoire behandelingen bij de typische patiënt met coronairlijden op de polikliniek. In Hoofdstuk 5 presenteren we de hoofdresultaten van het LoDoCo2-onderzoek. Het onderzoek heeft van 2014 tot 2019 plaats gehad. We hebben 5522 patiënten gerandomiseerd naar 0,5mg colchicine eenmaal daagsof placebo. Na een mediane opvolgingstijd van 28,6 maanden (interkwartielafstand 20,5 tot 44,4 maanden) waren volledige eindpuntgegevens beschikbaar voor alle patiënten op één na (99,99%). Het primaire eindpunt, een samengesteld eindpunt van cardiovasculair overlijden, spontaan (niet procedurele) myocardinfarct, ischaemische beroerte of ischaemisch gedreven coronaire revascularisatie, deed zich bij 187 patiënten (6,8%) voor die colchicine gebruikten en bij 264 patiënten (9,6%) die placebo gebruikten (incidentie 2,5 versus 3,6 gebeurtenissen per 100 persoonsjaren, hazard ratio 0,69; 95%-betrouwbaarheidsinterval, 0,57 tot 0,83; P < 0,001). Het secundaireeindpunt,eensamengesteldeindpuntvancardiovasculairoverlijden, spontaan myocardinfarct, of ischaemische beroerte, deed zich bij 115 (4,2%) patiënten voor die colchicine gebruikten en bij 157 (5,7%) patiënten die placebo gebruikten (incidentie 1,5 versus 2,1 gebeurtenissen per 100 persoonsjaren, hazard ratio, 0,72; 95%-betrouwbaarheidsinterval 0,57 tot 0,92; P = 0,007). Er waren geen verschillen in het voortijdig staken van de studiemedicatie tussen de twee behandelarmen en ook het voorkomen van infecties, kanker en ziekenhuisopnames vanwege gastro-intestinale problemen was gelijk tussen de twee groepen. We concluderen dat in dit gerandomiseerde onderzoek met patiënten met chronisch coronairlijden, het risico op een cardiovasculaire gebeurtenis significant lager is voor hen die 0,5mg colchicine eenmaal daags gebruikten dan voor hen die placebo gebruikten. In Hoofdstuk 6 tonen we enkele van de internationale reacties op de resultaten van het LoDoCo2-onderzoek.We bediscussiëren de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke deelnemers en postuleren dat dit verband kan houden met verschillen in risicoperceptie voor deelname aan geneesmiddelenonderzoek tussen vrouwen en mannen. Daarnaast beschrijven we onze terughoudendheid in het interpreteren van subgroepanalyses, die inherent onvoldoende statistische zeggingskracht hebben en waarbij door meervoudig statistische toetsen het risico op vals positieve

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0