Aernoud Fiolet

418 Appendices je nadien nooit meer van mijn wetenschappelijke en persoonlijke zijde geweken. Dank voor de altijd beschikbare ad-hoc ruggespraak, kritische overwegingen en kinderbueno’s. Als tweede noem ik in dit slotstuk Avin Ghedri , die enige tijd geleden onverwacht mijn leven kwam binnenfietsen, hetgeen bijzonder is voor een notoir slechte fietser. Eén ontwapenende blik en vele spraakberichten later was jij plots de belangrijkste afleiding in mijn leven. Met genoegen zie ik hoe jij onvolprezen je rol als dokter en maatschappelijk betrokkenmens vervult, maarmet nog meer genoegen kijk ik naar hoe jij plots overal naast me staat. Ik kijk uit naar alle avonturen die deze vrolijke dame aanmijn zijde met zichmeebrengt. Siz maňa syýahatymyzyň şemalyň ugruna görä däl-de, ýelkenlerimiziň ýerleşýän ornuna görä kesgitlenýändigini öwretdiňiz. Gämimiziň öň böleginde siziň bilen bile durmaga sabyrsyzlyk bilen garaşýaryn. En tot slot mag niet ongenoemd blijven dat de aanwezigheid van sommige inspiratoren ons slechts tijdelijk gegund is. Jaren van onderzoek kunnen niet passeren zonder stil te staan bij voorbeelden die voorbijgangers werden. Onverminderd belangrijk blijven mijn grootse vriend Vincent Bloem , van wie ik zeker weet dat hij de beknoptheid van dit manuscript had kunnen waarderen, en mijn moeder Fransje Hein , wier onvoorwaardelijke steun en intellectualiteit altijd voorbeeld blijven.