Maartje Boer

322 opwaartse sociale vergelijkingen op sociale netwerksites en slachtofferschap van cyberpesten in het daaropvolgende jaar. Een toename in de intensiteit van socialemediagebruik voorspelde daarentegen geen veranderingen in ADHD-symptomen, symptomen van depressie, levenstevredenheid, opwaartse sociale vergelijkingen, of slachtofferschap van cyberpesten in het daaropvolgende jaar (Hoofdstukken 5 en 6). Als we niet naar individuele ontwikkelingen binnen adolescenten maar naar verschillen tussen adolescenten keken (Hoofdstuk 8), dan zagen we dat intensievere gebruikers van sociale media een lagere levenstevredenheid rapporteerden dan minder intensieve gebruikers. Dit verschil leek echter veroorzaakt te worden door problematisch socialemediagebruik, omdat problematische gebruikers vaker intensiever gebruik rapporteerden (Hoofdstuk 8). Ten derde, de relatie tussen problematisch socialemediagebruik en welbevinden is onafhankelijk van de context van landen . In nagenoeg alle onderzochte landen rapporteerden problematische socialemediagebruikers een lager welbevinden dan niet-problematische gebruikers (Hoofdstukken 3 en 4). Ten vierde, een laag welbevinden kan zowel een voorspeller als een uitkomst van problematisch socialemediagebruik zijn en dit is mede afhankelijk van de gekozen statistische analysetechniek . Binnen adolescenten was een stijging in problematisch socialemediagebruik voorspellend voor een toename in ADHD-symptomen en een daling in levenstevredenheid in het daaropvolgende jaar. Andersom waren een toename in ADHD-symptomen en daling in levenstevredenheid binnen adolescenten niet voorspellend voor een toename in problematisch socialemediagebruik in het daaropvolgende jaar (Hoofdstukken 5 en 6). Deze bevindingen suggereren dat een lager welbevinden eerder het gevolg dan de oorzaak van problematisch socialemediagebruik is. Deze suggestie behoeft echter nuancering, omdat deze uitsluitend is gebaseerd op de individuele ontwikkelingvanproblematischsocialemediagebruikenwelbevindenbinnen adolescentenover tijd. Uit andere statistische analyseswaarbij naar verschillen tussen adolescenten werd gekeken, bleek namelijk dat adolescenten die meer ADHD-symptomen en een lagere levenstevredenheid ervaarden in vergelijking met andere adolescenten wel degelijk meer problematisch socialemediagebruik over tijd rapporteerden. Tezamen suggereren deze