Maartje Boer

SAMENVATTING [SUMMARY IN DUTCH] 325 van problematisch socialemediagebruik onder adolescenten vast te stellen. Een alternatieve strategie is om adolescenten in te delen in subgroepen, gebaseerd op hun somscore: normatieve socialemediagebruikers (geen symptomen of één symptoom), riskante socialemediagebruikers (twee tot vijf symptomen) en problematische socialemediagebruikers (zes tot negen symptomen). Ook het resultaat dat met name problematisch socialemediagebruik, en meestal niet de intensiteit van socialemediagebruik, negatief samenhangt metwelbevindenheeft gevolgen voor toekomstigonderzoek. Aangeziendeze twee dimensies van socialemedia gecorreleerd zijn aan elkaar (Hoofdstukken 3 en 4), maar verschillen in hun relatie met welbevinden (Hoofdstukken 4-6 en 8), is het belangrijk dat toekomstig onderzoek naar het verband tussen de intensiteit van socialemediagebruik en welbevinden controleert op problematisch socialemediagebruik in de analyses. Dit verkleint namelijk de kans dat er een verband wordt gevonden tussen de intensiteit van socialemediagebruik en verminderd welbevinden dat eigenlijk verklaard wordt door problematisch socialemediagebruik. Bovendien tonen onze bevindingen aan dat het waardevol is om de relatie tussen socialemediagebruik en welbevinden op verschillende manieren te onderzoeken: alhoewel veranderingen binnen adolescenten in welbevinden niet voorspellend waren voor veranderingen in problematisch socialemediagebruik in het daaropvolgende jaar (Hoofdstukken 5 en 6), toonden andere analyses aan dat stabiele verschillen in welbevinden tussen adolescenten voorspellend zijn voor relatief hoge niveaus van problematisch socialemediagebruik (Hoofdstuk 7). Door zowel het effect van stabiele verschillen tussen adolescenten als veranderingen over tijd binnen adolescenten in welbevinden op problematisch socialemediagebruik te onderzoeken, kan een completer beeld gegeven worden van de relatie. Theoretische Implicaties De bevinding dat vooral problematisch socialemediagebruik en niet zozeer eenhogere intensiteit vanhet gebruik samengaatmet een lager welbevinden (Hoofdstukken 4-6, 8) is belangrijk voor het begrijpen van de relatie tussen socialemediagebruik en welbevinden. Het suggereert namelijk dat ongunstige effecten niet worden veroorzaakt door simpelweg veel gebruik te

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0