Maartje Boer

SAMENVATTING [SUMMARY IN DUTCH] 327 verschilde namelijk tussen adolescenten en tussen landen (Hoofdstukken 4 en 8). De gevonden landenverschillen ondersteunen bovendien de normalization hypothesis : zodra een verondersteld risicogedrag (hier: intensief socialemediagebruik) de norm is binnen een populatie, vormt het desbetreffende risicogedrag geen bedreiging meer in die populatie en kan het zelfs indicatief zijn voor normatief of gezond gedrag (Haskuka et al., 2018; Sznitman et al., 2015). Een theoretische verwachting die niet werd ondersteund door onze bevindingen was de active versus passive use hypothesis. Volgens deze theorie draagt actief socialemediagebruik, zoals het communiceren met leeftijdsgenoten via sociale media, positief bij aan het welbevinden, terwijl passief socialemediagebruik, zoals het bekijken van berichten of foto’s van anderen op sociale media, negatief bijdraagt aan welbevinden (Dienlin & Johannes, 2020; Verduyn et al., 2017). Recent onderzoek vond ook geen bewijs voor deze theorie (Beyens, Pouwels, Van Driel, et al., 2020; Jensen et al., 2019; Valkenburg, Beyens, et al., 2021; Valkenburg, Van Driel, et al., 2021). Een verklaring hiervoor zou kunnen liggen in de complexiteit van het indelen van sociale media activiteiten in passief versus actief gebruik, omdat veel activiteiten zowel passieve als actieve componenten bevatten. Bovendien gaat passief gebruik, zoals het lezen van een bericht, doorgaans vooraf aan actief gebruik, zoals het reageren op een bericht. Praktische Implicaties Uit de bovenstaande theoretische implicaties volgen ook implicaties voor de praktijk, al hoewel meer onderzoek naar het schadelijke effect van problematisch socialemediagebruik op welbevinden gewenst is om de praktische implicaties te onderbouwen. De bevinding dat eerder problematisch socialemediagebruik gerelateerd is aan een lager welbevinden dan een hoge intensiteit van socialemediagebruik is relevant voor ouders en leraren die bezorgd zijn over het socialemediagebruik van hun kinderen of leerlingen. Onze bevindingen suggereren dat intensief socialemediagebruik normatief gedrag is voor adolescenten, dat bovendien kan bijdragen aan het sociaal welbevinden. Het problematiseren van socialemediagebruik staat daarmee het begrijpen van het dagelijks leven van de hedendaagse adolescent mogelijk in de weg, aangezien sociale media daar vaak een

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0