Tjallie van der Kooi

activiteitsindex, hogere verpleegkundige‐patiënt ratio en een lagere baseline‐naleving. Met een vergelijkbaar algemeen gemiddelde verschilde het bereik in individuele handhygiëne‐naleving tussen sommige ziekenhuizen aanzienlijk, wat een verschil in transmissierisico inhoudt. Meer inzicht in de verbeteringsdynamiek kan bijdragen aan het ontwikkelen van effectievere handhygiëne‐interventies in de toekomst. Om er voor te zorgen dat een veelzijdige interventie zonder al te veel vertraging door een groot aantal ziekenhuizen wordt overgenomen is een landelijke of anderszins grootschalige beweging nodig, zoals het VMS Patiëntveiligheidsprogramma dat in 2009 begon. Dit programma moedigde 62% van de Nederlandse ziekenhuizen aan om deel te nemen aan de landelijke surveillance van lijnsepsis en daarnaast een lijnsepsisbundel met zes elementen te introduceren. We evalueerden de associatie tussen het lijnsepsisrisico met de bundelnaleving als geheel (alle zes items) en als een inbreng‐ (vier items) en onderhoudsbundel (twee dagelijkse controles), met gegevens over 2009 tot en met 2019 (hoofdstuk 9). Op de IC’s, waar de incidenties al relatief laag waren, bleek de naleving niet geassocieerd met het lijnsepsisrisico, maar buiten de IC leidde een betere naleving van de inbrengbundel tot een lager lijnsepsisrisico. In de algemene discussie (hoofdstuk 10) bespreek ik de voordelen en beperkingen van de surveillance‐ en studiemethoden. Ook worden de gevolgen van de teruggebrachte incidenties voor de relevantie en toekomstige opzet van ZI‐surveillance overwogen, in het bijzonder voor lijnsepsis in Nederland. In de laatste twee decennia is ZI‐surveillance in toenemende mate geïmplementeerd, zowel in Nederland als in andere landen. In deze periode heeft ZI‐surveillance het terugbrengen van de meeste soorten ZI mede mogelijk gemaakt. Surveillance in combinatie met patiëntveiligheidsprogramma’s heeft zowel monitoring als infectiepreventie gestimuleerd. De incidentie van lijnsepsis werd succesvol teruggebracht door de introductie van een bundel best practices m.b.t het inbrengen en verzorgen van CVK’s, vooral in settings met relatief hoge incidenties. Verbetering in handhygiëne is ook effectief gebleken hoewel niet alle studies een effect laten zien. Gegeven de gepubliceerde handhygiëne‐nalevingscijfers in Nederlandse ziekenhuizen is er ruimte voor verbetering. Eén van de beperkingen van vrijwillige surveillance is de variabele groep van deelnemende ziekenhuizen, die een eenvoudige interpretatie van de resultaten bij het beoordelen van landelijke ZI‐trends bemoeilijkt. Door de gedaalde ZI‐frequenties zijn sommige Nederlandse ziekenhuizen gestopt met deelname aan de landelijke surveillance en dit vormt een risico voor de representatitiviteit en de mogelijkheden voor 276 Samenvatting

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw