229 Samenvatting S aangekeken wordt in de disciplines zoals (in het Engels) public administration, futures studies, socio-ecological system theories, environmental governance, transition studies, science and technology studies, en responsible research and innovation studies. Al deze vakgebieden gebruiken de term anticipatory governance expliciet of impliciet, maar benaderen het onderwerp vanuit verschillende ontologische en epistemologische beginselen en dat heeft gevolgen voor hoe anticipatory governance begrepen wordt. Aan de hand van het literatuuronderzoek worden vier benaderingen geïdentificeerd: 1. In de eerste benadering wordt een inschatting van probable futures gemaakt, ofwel waarschijnlijke (en onwaarschijnlijke) toekomsten, om strategisch beleidsontwikkling te onderbouwen en toekomstige risico’s te verkleinen. 2. In de tweede benadering worden plausible futures verkend, ofwel mogelijke toekomsten, om de bereidheid en institutionele capaciteit te vergroten om te navigeren door diverse onzekere toekomsten die zich kunnen aandienen. 3. In de derde benadering worden plural futures verbeeld, ofwel pluriforme toekomsten, om verschillende maatschappelijke groepen te mobiliseren tot het co-creëren van een reeks radicaal andere toekomsten. 4. In de vierde benadering worden performative futures onderzocht, gericht op de performatieve macht van toekomstbeelden, om hun politieke implicaties voor het heden onder de loep te nemen. Deze vier benaderingen worden vervolgens weergegeven in een figuur die als analytisch kader fungeert voor de rest van het proefschrift. De co-auteurs en ik plaatsen ook een aantal veelvoorkomende toekomstverkenningen op dit analytisch kader, wat laat zien dat sommige methoden vooral gebruikt worden vanuit één bepaalde benadering terwijl andere vanuit meerdere benaderingen kunnen worden toegepast. Het analytisch kader is dus een handig instrument voor empirisch onderzoek naar welke anticipatory governancebenaderingen dominant zijn in verschillende mondiale duurzaamheidscontexten en wat de gevolgen daarvan zijn. Daar gaan de vervolghoofdstukken over. Hoofdstuk 3 past het analytisch kader toe in een voor klimaatverandering zeer kwetsbare regio: West-Afrika. In een casusonderzoek analyseer ik door middel van documentanalyse van rapporten en beleidsstukken, en interviews met foresight practitioners en beleidsmakers hoe toekomstverkenningen zijn toegepast om klimaatbeleid te onderbouwen. Het gaat om toekomstverkenningen in nationaal en sectoraal klimaatbeleid in Burkina Faso, Senegal, Ghana, Mali en Niger. Het onderzoek toont aan dat de probable en plausible futures-benaderingen (de eerste en tweede benadering zoals hierboven toegelicht) dominant zijn. Ze komen in verschillende hybride vormen voor, maar krijgen allemaal een vrij technocratische invulling, met name
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw