Bastiaan Sallevelt

441 Nederlandse samenvatting het uitvoeren van een gestructureerde medicatiebeoordeling werd toegepast in de interventie-groep van de OPERAM-studie. Het effect van de gestructureerde medicatiebeoordeling – toegepast als interventie in het ziekenhuis – werd onderzocht in de OPERAM-studie (hoofdstuk 3.2). Ouderen (≥ 70 jaar) met multimorbiditeit (≥ 3 chronische aandoeningen) en polyfarmacie (≥ 5 chronisch gebruikte geneesmiddelen) werden op het niveau van de behandelend zaalarts in clusters gerandomiseerd naar reguliere zorg of interventie in vier Europese ziekenhuizen (Zwitserland, België, Ierland en Nederland). Het primaire eindpunt was de eerste geneesmiddel-gerelateerde heropname in het ziekenhuis binnen 1 jaar na deelname. In totaal werden 2008 patiënten die gemiddeld 9 geneesmiddelen gebruikten gerandomiseerd naar 54 interventieclusters (n = 963 patiënten) en 56 controleclusters (n = 1045 patiënten). In de interventiegroep werd bij 86% (n = 789) van de patiënten ongeschikt geneesmiddelgebruik gesignaleerd door het farmacotherapieteam, wat resulteerde in gemiddeld bijna 3 STOPP/START adviezen per patiënt die werden voorgelegd aan de zaalarts en de patiënt. In de interventiegroep was bij 62% (n = 491) ten minste 1 STOPP/START advies succesvol geïmplementeerd in de twee maanden na de medicatiebeoordeling. Dit betrof voornamelijk het staken van medicatie op basis van STOPP-adviezen. Een geneesmiddel-gerelateerde heropname trad op bij 211 (21,9%) patiënten in de interventiegroep tegenover 234 (22,4%) in de controlegroep. Hoewel het uitvoeren van een gestructureerde medicatiebeoordeling bij ouderen opgenomen in het ziekenhuis resulteerde in een reductie van ongeschikt medicatiegebruik, werd geen significant effect aangetoond op geneesmiddel-gerelateerde heropnames (‘intention-to-treat’-analyse; hazard-ratio: 0,95; 95%-betrouwbaarheidsinterval: 0,77-1,17). Er werd ook geen verschil gevonden van het risico op potentieel vermijdbare geneesmiddel-gerelateerde ziekenhuisopnames, vallen en overlijden. Procesevaluatie van een medicatiebeoordeling in het ziekenhuis In hoofdstuk 4 zijn de diverse processtappen van de medicatiebeoordeling in het ziekenhuis, zoals uitgevoerd in de OPERAM-studie, nader geëvalueerd. In hoofdstuk 4.1 werd de frequentie van STOPP/START-signalen, gegenereerd door het beslisondersteunend instrument tijdens de medicatiebeoordeling, onderzocht. Tevens werd gekeken hoeveel signalen geaccepteerd werden door het farmacotherapieteam na evaluatie van de toepasbaarheid van het signaal voor de individuele patiënt. Bij 99% van de patiënten werd tenminste één STOPP/STARTsignaal gegenereerd met een mediaan van 6 (interkwartielafstand 4–6) signalen per patiënt. In totaal werden 5080 signalen gegenereerd, waarvan minder dan 7

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw