Nederlandse samenvatting 237 patiënten die palliatieve zorg nodig hebben, en beoordeling van symptoomlast en informatiebehoeften. Om goede palliatieve zorg te verlenen is een proactieve benadering nodig. Dit proefschrift is gericht op het identificeren van mogelijkheden om patiëntgerichte en proactieve palliatieve zorg te verbeteren. De onderzoeksdoelstellingen van de studies in dit proefschrift waren de volgende: 1. Het beoordelen van de mate waarin levenseindezorg wordt onderwezen op geneeskundefaculteiten in Nederland, en het vinden van mogelijkheden om de Nederlandse medische curricula te verbeteren. 2. Het onderzoeken van palliatieve zorgbehoeften en de mate van proactieve zorg bij patiënten met gevorderde kanker die in de laatste drie maanden van hun leven de Spoedeisende Hulp (SEH) bezochten. 3. Het beschrijven van het levenseindetraject en de kwaliteit van zorg van patiënten met een hematologische maligniteit die de SEH bezochten in de laatste drie maanden van hun leven, in vergelijking met patiënten met gevorderde kanker. 4. Het evalueren van de testkarakteristieken van de Surprise Question voor het identificeren van palliatieve zorgbehoeften bij patiënten met gevorderde kanker die de SEH bezoeken. 5. Het verband tussen symptoomlast en informatiebehoeften van patiënten die verwezen worden naar een consultteam palliatieve zorg in een ziekenhuis onderzoeken met behulp van de Leidse Gesprekshulp Palliatieve Zorg (LGP). 6. Het evalueren en doorontwikkelen van de gesprekshulp van de LGP om deze passend te maken voor gebruik door generalistische zorgverleners. HOOFDSTUK 2. LEVENSEINDEZORG IN DE NEDERLANDSE MEDISCHE CURRICULA Hoofdstuk 2 beschrijft een cross-sectionele studie naar de mate waarin levenseindezorg deel uitmaakte van de Nederlandse geneeskundeopleidingen. Er is gekozen voor een focus op levenseindezorg omdat dit beschouwd kan worden als een essentieel onderdeel van palliatieve zorg. Het onderzoek werd uitgevoerd in het academisch jaar 2015-2016. Een checklist met de essentiële domeinen van onderwijs in levenseindezorg werd samengesteld op basis van wetenschappelijke literatuur. De checklist werd gebruikt om het Nederlandse Raamplan Artsopleiding21 en de medische curricula van de acht medische faculteiten in Nederland te beoordelen. Dit onderwijs omvatte acht bachelorstudies, acht masterstudies en keuzevakken. Studiecoördinatoren van bachelor- en mastercurricula werden benaderd om een vragenlijst in te vullen die was afgeleid van de checklist, en werden daarna geïnterviewd om toelichting te krijgen op hun antwoorden in de vragenlijst. De studiegidsen van alle medische faculteiten werden gebruikt om A
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw