Hanneke Van der Hoek-Snieders

Samenvatting 190 twee deelnemende centra verschilden onder andere wat betreft de duur en de inhoud van de training. Negen werkenden werden geïncludeerd bij twee audiologische centra en vulden een vragenlijst in voor en direct na de communicatietraining. Er werd beschrijvende statistiek gebruikt, omdat het aantal werkenden te klein was om statistische analyses uit te voeren. De meeste werkenden gebruikten meer adequate communicatiestrategieën na de communicatietraining, maar er leek een verschil te zijn tussen de centra wat betreft de verbetering in de persoonlijke aanpassingen. Er werd geen trend gezien in de richting van een daling van de herstelbehoefte. Er werd geconcludeerd dat het nog uitdagend is om de problemen op het werk te verminderen van werkenden met gehoorverlies. Deel III: Meten van gehoorkritische taken Machinisten moeten twee auditieve signalen kunnen detecteren in een treincabine om hun werk veilig en effectief uit te voeren, namelijk een bel (het signaal van het automatische treinbeïnvloedingssysteem) en een zoemer (het dodemanssignaal). Afhankelijk van de akoestische karakteristieken van de waarschuwingssignalen en het lawaai in treincabines kan signaaldetectie een gehoorkritische taak zijn. Daarom hebben we in hoofdstuk 5 de akoestische karakteristieken gespecificeerd van de waarschuwingssignalen en het lawaai dat aanwezig is in Nederlandse treincabines. De effectiviteit van de waarschuwingssignalen is geëvalueerd voor machinisten met een normaal gehoor. De conclusie was dat er niet in alle rijomstandigheden werd voldaan aan de akoestische voorwaarden voor signaaldetectie. Daarom kunnen moeilijkheden worden verwacht met het horen van waarschuwingssignalen, met name onder ongunstige rijomstandigheden en/of bij machinistenmet gehoorverlies, zeker in de hoge frequenties. In hoofdstuk 6 wordt de ontwikkeling en validatie beschreven van een taak- en beroepsspecifieke signaaldetectietest voor Nederlandse machinisten. De test is uitgevoerd in twaalf rijcondities, namelijk met twee waarschuwingssignalen en in het lawaai van zes treincabines. In een experiment met twaalf normaalhorenden werden de betrouwbaarheid en overeenstemming van de test voldoende bevonden in de meeste rijcondities. Om de constructvaliditeit van de test te onderzoeken werden zeven hypotheses a priori getoetst met een retrospectieve analyse van 83 machinisten met vermoedelijk gehoorverlies. De machinisten voerden de signaaldetectietest uit, toonaudiometrie en twee spraaktesten in ruis, en ze gaven

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw