Samenvatting 191 aan hoeveel moeite en concentratie het hen kost om waarschuwingssignalen te detecteren tijdens hun werk. Zes van de zeven hypotheses werden bevestigd. De resultaten van de signaaldetectietest correleerden matig met de uitkomsten van de toonaudiometrie en de spraaktest in fluctuerende ruis, maar niet met de uitkomst van de spraaktest in continue ruis. Daarnaast scoorden hoortoestelgebruikers slechter op de test dan niet-hoortoestelgebruikers. Er werd geconcludeerd dat de resultaten de constructvaliditeit van de signaaldetectietest ondersteunen. Daarnaast werd beargumenteerd dat de matige relaties met conventionele gehoortesten laten zien dat conventionele gehoortesten niet hetzelfde meten als wat er wordt gemeten met de signaaldetectietest. Dit onderschrijft het belang van het apart meten van het vermogen om signalen te kunnen detecteren van andere gehoorkritische taken.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw