Danielle van Reijn-Baggen

Chapter 10 228 Nederlandse samenvatting Een chronische anale fissuur (CAF) is een veel voorkomende pijnlijke anorectale aandoening met een incidentie van 0.25% (2.5 per 1000 patiënten per jaar) in Nederland. Dit proefschrift behandelt de anatomische en pathofysiologische aspecten van een CAF, de relatie met de bekkenbodem, de diagnostiek en de huidige (conservatieve) behandeling. In dit proefschrift bespreken we de rol van bekkenfysiotherapie en tonen we het effect aan van bekkenfysiotherapeutische interventie op korte en lange termijn en op kwaliteit van leven bij patiënten met een CAF. Hoofdstuk 1 Algemene introductie Een CAF wordt gedefinieerd als een kloofje of scheurtje in het anoderm, meestal posterieur gelegen, met meerdere kenmerken van chroniciteit zoals opgeworpen wondranden, het à vue zijn van sfinctervezels, een ‘sentinal pile’ en een inflammatoire poliep waarbij de symptomen langer dan 4-6 weken bestaan. Het klassieke symptoom is pijn tijdens de ontlasting, die daarna uren kan aanhouden en dit heeft een aanzienlijke invloed op kwaliteit van leven. De exacte pathogenese van een CAF is nog niet volledig opgehelderd, maar er wordt aangenomen dat pijn een verhoogde sfinctertonus veroorzaakt, wat leidt tot ischemie met als gevolg een verminderde genezingstendens van de fissuur. Hierdoor kan er een vicieuze cirkel van pijn en obstipatie ontstaan. Een groot percentage van de patiënten met een CAF laat ook bekkenbodemdysfuncties zien. De bekkenbodem is een complexe structuur bestaande uit bindweefsel, ligamenten, fasciae en spieren. In rust hebben de bekkenbodemspieren een basisspanning waardoor er steun gegeven wordt aan de bekkenorganen. Voor mictie, defecatie, gemeenschap en de baring moet de bekkenbodem ontspannen. Een verhoogde tonus van de bekkenbodem en/of dyssynergie (het onvermogen om de bekkenbodem te relaxeren en/of een gebrek aan coördinatie van de abdominale, rectale en bekkenbodemmusculatuur tijdens defecatie) kan deel uitmaken van de pathofysiologie en een onderliggende oorzaak zijn voor het suboptimaal reageren op de ingestelde behandeling. De diagnose van een CAF wordt gesteld door anamnese en lichamelijk onderzoek. We beschrijven het belang van het uitvoeren van een zorgvuldig digitaal rectaal onderzoek, inclusief onderzoek van de bekkenbodem. Daarnaast is het van belang om het bekken en de omliggende structuren te onderzoeken om een eventuele onderliggende oorzaak van pijn en bekkenbodemdysfunctie te bepalen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw