Danielle van Reijn-Baggen

Dutch summary 229 10 In dit proefschrift worden recente technologische ontwikkelingen (elektromyografie en anorectale manometrie) beschreven. Elektromyografie kan worden gebruikt om de elektrische activiteit van de bekkenbodemmusculatuur in kaart te brengen en inzicht te krijgen in tonus en functie van de bekkenbodem. Anale manometrie meet en objectiveert de anale druk in rust, tijdens aanspannen en persen en kan worden gebruikt als onderdeel van klinische evaluatie voor patiënten bij wie aanvullende behandelstrategieën worden overwogen. Endo-anale echografie kan worden verricht bij verdenking op andere onderliggende pathologie. De conservatieve behandeling van een CAF, volgens de huidige richtlijnen, bestaat uit het reguleren van de ontlasting door de inname van (extra) vezels en/of het gebruik van laxeermiddelen, leefstijladviezen, verbeteren van toiletgedrag, eventueel het gebruik van warmte ter relaxatie en het gebruik van medicatie in de vorm van zalf (diltiazem of isosorbine dinitraat). Medicatie wordt gebruikt ten behoeve van relaxatie van de sfincter, het verbeteren van de doorbloeding en voor pijnbestrijding. Het op de juiste wijze (inwendig) aanbrengen van de zalf is hierbij van cruciaal belang. Bekkenfysiotherapie als behandeloptie zou kunnen worden toegevoegd aan de conservatieve behandeling maar is nog niet opgenomen in de huidige richtlijnen. Wanneer de conservatieve behandeling faalt, kan een injectie met botulinetoxine worden gegeven welke een veilig alternatief is voor een chirurgische interventie. Verschillende chirurgische ingrepen zijn mogelijk, zoals fissurectomie en laterale interne sfincterotomie. Hoewel laterale interne sfincterotomie in de huidige richtlijnen de aanbevolen chirurgische behandeling van een CAF is, met een hoge succeskans, bestaat er een potentieel risico op incontinentie. We kunnen de noodzaak van het inzetten van de optimale conservatieve behandeling dan ook niet genoeg benadrukken. Hoofdstuk 2 Behandeling van een chronische anale fissuur: een survey onder gastro-intestinaal chirurgen in Nederland De behandeling van een CAF laat ondanks de richtlijnen verschillen zien onder zorgverleners. Daarbij varieert binnen de huidige zorgverleners de kennis over de bekkenbodem en bekkenbodemdysfuncties en wanneer te verwijzen naar een bekkenfysiotherapeut. Ons doel was de huidige werkwijze onder gastro-intestinale chirurgen en arts-assistenten met betrekking tot de behandeling van een CAF in Nederland in kaart te brengen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw