Marleen Ottenhoff

195 Nederlandse samenvatting 7 inspireren van hun studenten zelf geïnspireerd. Onze bevindingen suggereren dat docentprofessionaliseringsinterventies expliciet aandacht moeten besteden aan affectieve aspecten, en docenten moeten ondersteunen bij het zich bewust worden van hun onderwijsmissie. Om beter te begrijpen waaróm docenten bepaalde opvattingen hebben, richtten we ons op het bestuderen van welke factoren de opvattingen van docenten over doceren en leren beïnvloeden. Aangezien de resultaten beschreven in Hoofdstuk 3 doen vermoeden dat opvattingen met name worden beïnvloed door identiteit en missie, presenteren we in Hoofdstuk 4 een studie naar de relatie tussen de opvattingen van docenten over doceren en leren en hun bewustzijn van hun onderwijsidentiteit en -missie. We gebruikten de interviews die werden afgenomen voor de vervolgstudie gepresenteerd in Hoofdstuk 5 (zie hieronder) met de 21 docenten die nog beschikbaar waren in 2018. Er werd een deductieve thematische analyse uitgevoerd, waarbij de twee modellen werden gebruikt die het resultaat waren van de studies beschreven in Hoofdstuk 2 en 3. Om de opvattingen van docenten over doceren, leren en kennis te onderzoeken, gebruikten we het nieuwe raamwerk; en om hun bewustzijn van hun onderwijsidentiteit en -missie te onderzoeken, gebruikten we het docent fenotype-model. De Criticus en Practicus fenotypen vertegenwoordigen docenten die zich niet bewust zijn van hun onderwijsidentiteit en -missie, het Rolmodel fenotype vertegenwoordigt degenen die zich bewust zijn van hun identiteit maar niet van hun missie, en het Inspirator fenotype degenen die zich bewust zijn van zowel hun identiteit als missie. Onze resultaten laten zien dat docenten zowel doceergerichte als leergerichte opvattingen hadden, die gerelateerd waren aan het zich al dan niet bewust zijn van hun onderwijsidentiteit en -missie. Docenten die zich niet bewust waren van hun identiteit noch hun missie hadden doceergerichte opvattingen. Dit onderstreept het belang van het bewustzijn van een onderwijsidentiteit en -missie voor studentgericht onderwijs. Docenten met leergerichte opvattingen waren zich allemaal bewust van hun onderwijsidentiteit. Deze docenten zijn mogelijk meer gemotiveerd om te reflecteren op de vraag of hun onderwijsrol in overeenstemming is met hun opvattingen en met de studentgerichte onderwijscontext dan docenten voor wie hun onderwijsidentiteit minder duidelijk is. Docenten die zich bewust waren van hun identiteit maar niet van hun missie (Rolmodel fenotype) hadden ofwel doceergerichte ofwel leergerichte opvattingen. De bevinding dat sommige Rolmodel docenten doceergerichte opvattingen hadden, kan mogelijk worden verklaard door de invloed van de impliciete onderwijscultuur van de organisatie die nog steeds de voorkeur

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw