Adriënne van der Schoor

een universele screenings strategie met rectum en neus kweken een effectieve alternatieve strategie zou zijn, aangezien de universele screening significant meer dragers identificeerde. Een belangrijke kanttekening is dat deze strategie wellicht niet kosteneffectief is en zeker wel arbeidsintensief. Toekomstig onderzoek zou moeten bepalen of de voorgestelde strategie kosteneffectief is. Alternatief is de strategie alleen te implementeren voor specifieke nader te duiden patiëntengroepen. Contaminatie van de ziekenhuisomgeving Het is bekend dat micro-organismen voor lange tijd op oppervlakten kunnen overleven, van enkele uren tot een aantal maanden (Kramer et al., BMC Infect Dis. 2006;6:130). Als gevolg kunnen oppervlaktes in het ziekenhuis, wanneer zij niet goed schoongemaakt en/of gedesinfecteerd worden, voor lange tijd een bron van transmissie zijn. Het is dan ook niet verassend dat de ziekenhuisomgeving een belangrijke rol speelt in transmissie en tijdens uitbraken. Wanneer de bron van een uitbraak niet gevonden wordt, of wanneer de uitbraak niet onder controle gekregen kan worden, kunnen er omgevingssamples afgenomen worden. Dit kan door middel van directe (bijv. contactplaten) of indirecte (bijv. swabs) samplingsmethoden. Op dit moment bestaan er geen nationale of internationale richtlijnen over hoe en wanneer omgevingssamples afgenomen moeten worden. Dit bracht ons ertoe om een internationaal onderzoek hiernaar op te starten; wat zijn de huidige methoden? In hoofdstuk 3.1 worden de resultaten van een survey over omgevingssampling gewoontes en methoden besproken. Door middel van deze survey wilden wij een inzicht krijgen in de manier waarop er op dit moment omgevingssamples worden afgenomen in Europa. De resultaten van de survey laten duidelijk zien dat er op dit moment geen overeenkomst is over hoe de omgevingskweken afgenomen moeten worden, welke plekken gesampled moeten worden voor specifieke target micro-organismen, en hoe de samples in het lab verwerkt moeten worden. Wel werd duidelijk dat swabs de meest gebruikte sample methoden zijn, al verschilt het type swab per land (bijv. katoenen swabs, flocked swabs). Onze resultaten maakten duidelijk dat er een verschil zat tussen de gerapporteerde kennis en de objectief gemeten kennis over omgevingssample methoden van de respondenten. Hoewel het overschatten van kennis te verwachten valt in een survey, is deze uitkomst zorgwekkend omdat onze respondenten voornamelijk deskundigen infectiepreventie en artsmicrobiologen waren. Dit zijn de beroepsgroepen die (deels) verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van het samplen, interpreteren van de resultaten, en het besluiten hoe verder te gaan. We concluderen dat er vraag is naar een duidelijke richtlijn die beschrijft wanneer en hoe je omgevingssamples af moet nemen. Dit kan leiden tot het standaardiseren van samplingsmethoden, waardoor resultaten beter te vergelijken zijn. Ook zou het een focus voor sampling aan kunnen brengen, wat de kosten geassocieerd met omgevingssamples zou kunnen verlagen. Omgevingssamples worden bijna uitsluitend afgenomen tijdens uitbraken. Daarom is er weinig informatie over de bacteriële contaminatie van de ziekenhuisomgeving wanneer er 212 Chapter 5

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw