Moniek Hutschemaekers

159 Nederlandse Samenvatting testosteron leidt tot meer toenaderingsgedrag tijdens een exposuresessie en daarmee zou het de effecten van exposure kunnen verbeteren. Methoden en bevindingen Het doel van dit proefschrift was dan ook om te onderzoeken of het toedienen van testosteron het effect van exposuretherapie kan verbeteren. In hoofdstuk 2 gaven we een theoretisch overzicht van de hormonen testosteron en cortisol en hun relatie met psychopathologie, in het bijzonder SAS. In deze literatuursamenvatting vonden we onderbouwing voor een disbalans van deze hormonen bij mensen die lijden aan SAS. Ook lieten we in deze literatuursamenvatting zien dat de Social challenge hypothese wordt ondersteund door veel empirische (experimentele) studies. Op basis van de beschreven bevindingen presenteerden we een onderzoeksagenda gericht op de vertaling van deze fundamentele bevindingen naar de klinische praktijk. In hoofdstuk 3 beoogden we de Social challenge hypothese te vertalen naar de klinische praktijk. Hierbij onderzochten we in het bijzonder of reactiviteit van endogene testosteron samenhing met de effecten van een exposuresessie voor sociale angst. In totaal namen er 73 deelnemers met SAS deel aan deze studie. Voorafgaand aan een exposuresessie waarin deelnemers driemaal dezelfde presentatie moesten geven, werden basale testosteronwaarden en testosteron reactiviteit (in reactie op de exposure instructie) gemeten. We vonden dat hoge testosteron reactiviteit en lage basale testosteronwaarden gerelateerd waren aan afname in sociale angstklachten. Deze studie bood daarmee de eerste steun voor de Social challenge hypothese in de klinische praktijk. Bovendien liet deze studie zien dat het relevant was om verder onderzoek te doen naar de mogelijkheden van testosteron om exposuretherapie te verbeteren. De studie in hoofdstuk 3 liet een samenhang zien tussen testosteron en effecten van exposuretherapie. Om meer inzicht te krijgen in de potentie van testosteron als een therapieverbeteraar was het nodig om causaal bewijs te verzamelen. Daarom onderzochten we in de studie in hoofdstuk 4 of het toedienen van een enkele dosering testosteron voorafgaand aan een exposuresessie het effect van de exposure kon verbeteren. In deze studie ondergingen 55 vrouwen met SAS twee exposure sessies. We onderzochten in deze studie alleen vrouwen, omdat de methode die we gebruikten voor het toedienen van testosteron goed gevalideerd is bij vrouwen maar (nog) niet bij mannen. Voorafgaand aan de eerste sessie kregen zij een dosering testosteron of een placebo toegediend. Tijdens de exposure werden subjectieve angstniveaus gemeten. Voorafgaand, direct na de twee sessies en een maand na de tweede exposuresessie werden daarnaast sociale

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw