Doke Buurman

245 Samenvatting 8 door kunnen lekken. Dit heeft impact op functies als spreken, eten en slikken, en daarmee ook een aanzienlijke impact op het sociale welzijn en de kwaliteit van leven. Het doel van de prothetische behandeling is dan ook om deze opening zo goed als mogelijk af te dichten en de ontbrekende tanden en kiezen weer aan te vullen. Dat wordt van oudsher gedaan met een klosprothese (obturator) waarvoor houvast gezocht wordt aan de resterende tanden en kiezen. Als geen natuurlijke tanden of kiezen meer aanwezig zijn, is het vinden van houvast voor de klosprothese dan ook moeilijker. Net als in de onderkaak, kan ook in de bovenkaak het plaatsen van implantaten worden overwogen. Of deze houvast middels implantaten ook daadwerkelijk voor een functionele verbetering zorgt en leidt tot een grotere kwaliteit van leven, onderzochten we in hoofdstuk 4. Bij de eerste cross-sectionele studie (hoofdstuk 4.1) vergeleken we de kauwprestaties en de mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven van tandeloze patiënten met klosprotheses al dan niet op implantaten. Hiervoor werden bij 19 tandeloze patiënten bij wie (een deel van) de maxilla verloren was gegaan en bij wie het vervaardigen van de klosprothese was voltooid, de kauwprestaties objectief gemeten en werden er 3 vragenlijsten afgenomen. De kauwprestaties werden gemeten met de kleurenmengtest en de vragenlijsten waren: (1) de Oral Health Impact Profile voor tandeloze mensen (OHIP-EDENT), (2) de Obturator Functie Schaal (OFS) en (3) de LORQv3-NL. De negen patiënten met een klosprothese op implantaten hadden een significant betere kauw- en mondfunctie, rapporteerden minder kauwproblemen en hadden minder ongemak tijdens het eten dan de tien patiënten met een klosprothese zonder implantaten. Aanvullend werd een tweede cross-sectionele studie (hoofdstuk 4.2) uitgevoerd in samenwerking met het UMC Utrecht en de Universiteit van Alberta, Edmonton, Canada. Hierbij werden de kauwprestaties en het door de patiënten gerapporteerde eetvermogen van de negen patiënten met klosprotheses op implantaten (Maastricht) vergeleken met 11 patiënten bij wie het maxilladefect chirurgisch was gereconstrueerd (Edmonton). Ook hierbij werd de kauwprestatie gemeten met de kleurenmengtest. De mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven werd gemeten met verkorte versies van de OHIP vragenlijst. Hierbij werd aangetoond dat de patiënten met de chirurgisch gereconstrueerde bovenkaak en patiënten met de klosprothese op implantaten vergelijkbaar presteerden met de kleurenmengtest. Ook bij de zeven mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven vragen werden geen verschillen in kauwvermogen tussen deze twee groepen gevonden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw