Aster Harder

APPENDICES 246 N In het verlengde van de koppeling van zowel monogene als polygene vormen van migraine, werd in hoofdstuk 9 verder onderzocht welke genetische factoren bijdragen aan hemiplegische migraine. Dit werd onderzocht in hemiplegische migrainepatiënten bij wie geen mutatie werd aangetoond in CACNA1A, ATP1A2 en SCN1A. Gezien de eerdere associatie met CACNA1A in hoofdstuk 8 en andere associaties van migraine met CACNA1B, CACNA1E en CACNA1H in andere studies, is de familie van CACNA1x-genen een interessant onderwerp voor “burden” onderzoek (“burden” is de aggregatie van zowel zeldzame als veel voorkomende genetische varianten, en het frequenter voorkomen van een variant in patiënten in vergelijking met controles). In totaal werd van 184 Australische hemiplegische migrainepatiënten het exoom gesequenced. De subject- en variant “burden” van “missense”-varianten in de CACNA1x-genen van deze hemiplegische migrainepatiënten werd vergeleken met controles uit gnomAD. Er werd een toename in “burden” gevonden in CACNA1H-genen en CACNA1I-genen, dit werd gerepliceerd in een onafhankelijk Nederlands cohort bestaande uit 32 patiënten met hemiplegische migraine. Uit deze studie kan worden geconcludeerd dat een “burden” van (niet-pathogene) “missense” varianten in CACNA1H en CACNA1I werkt als modificerende factor die bijdraagt een het krijgen van hemiplegische migraine. Tenslotte bevat hoofdstuk 10 van dit proefschrift een algemene discussie van alle resultaten en worden overwegingen en suggesties voor toekomstig onderzoek gegeven.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw