280 Appendix mening serieus neemt en naar hen luistert, een leidinggevende die adequaat kan omgaan met problemen op de werkvloer en een leidinggevende die beschikbaar is voor hulp, vragen stelt en waardering uitspreekt. Naast de ervaringen van werknemers met een arbeidsbeperking over de begeleiding op de werkvloer van hun leidinggevende, evalueert hoofdstuk 7 de effectiviteit van ‘Mentorwijs’ op het gedrag van leidinggevenden en op de arbeidsparticipatie van werknemers. De resultaten laten zien dat kennis en het vertrouwen in eigen kunnen van leidinggevenden over de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking significant verbeterde door de training. Er werden geen effecten gevonden op intentie tot en toegepaste gedragingen voor de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking. Ook de duurzame inzetbaarheid van werkenden met een arbeidsbeperking verbeterde niet significant op de lange termijn. Deze bevindingen laten zien dat ‘Mentorwijs’ een veelbelovende training is voor leidinggevenden om de begeleiding van werknemers met een arbeidsbeperking te verbeteren, maar er ook ruimte is voor verdere verbetering van de training. Meer onderzoek is nodig om te achterhalen hoe we het gedrag van leidinggevenden kunnen veranderen en hoe we langetermijneffecten op de arbeidsparticipatie van werknemers kunnen behouden. In hoofdstuk 8, de discussie, zijn de bevindingen uit elk hoofdstuk samengevat en is gereflecteerd op de twee verschillende doelgroepen (werknemers met een lagere SEP en werknemers met een arbeidsbeperking) die in dit proefschrift zijn onderzocht. Ook bevat dit hoofdstuk een reflectie op de volgende methodologische overwegingen; indicatoren voor werknemers met een lagere SEP, de werving en participatie van werkenden in een kwetsbare positie, en onderzoekdesigns om interventies in de praktijk te evalueren. Daarna wordt de complexiteit van systemen voor werknemers in een kwetsbare positie, arboprofessionals en leidinggevenden besproken. Dit hoofdstuk sluit af met aanbevelingen. Werknemers in een kwetsbare arbeidspositie hebben meer moeite om hun gezondheid en duurzame inzetbaarheid te verbeteren. Dit komt door verschillende problemen die op meerdere levensdomeinen spelen, wat het moeilijk maakt om deze problemen op te lossen. Daarom heeft deze groep werknemers meer preventieve ondersteuning op de werkplek nodig, van zowel arboprofessionals als leidinggevenden. Interventies, zoals Grip op Gezondheid of Mentorwijs, kunnen die ondersteuning bieden. Om dit soort interventies effectief uit te voeren, moeten factoren die de implementatie belemmeren worden weggenomen. Arboprofessionals hebben meer tijd nodig voor preventieve activiteiten en leidinggevenden moeten getraind worden in het belang van preventie en hoe ze een werkcultuur kunnen creëren waarin werknemers zich gesteund voelen door hun organisatie. Hiervoor is een werkomgeving nodig waarin arboprofessionals
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw