Evert den Drijver

173 Nederlandse samenvatting Het screenen op antimicrobiële resistentie, met name bij Enterobacterales verkregen uit rectale of perineale monsters met een veelheid aan andere darmbacteriën, brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Om de detectie te verbeteren, worden selectieve en differentiële media zoals MacConkey of Drigalski-lactose-agar doorgaans gebruikt, omdat ze grampositieve bacteriën effectief onderdrukken. Bovendien heeft het gebruik van zeer selectieve media die zijn afgestemd op specifieke ESBL- of carbapenemaseproducerende Enterobacterales aangetoond dat ze verbeterde detectiemogelijkheden hebben voor resistente isolaten (Glupczynski et al. 2007; T. D. Huang et al. 2010; Göttig et al. 2020). Er is echter beperkte aandacht besteed aan de ontwikkeling van selectieve media voor AmpC-producerende Enterobacterales. In Hoofdstuk 5 wordt een uitgebreide evaluatie gepresenteerd, met als doel de prestaties van verschillende media met cefotaxim en ceftazidim te beoordelen. Deze evaluatie houdt rekening met de specificiteit en gevoeligheid van deze media bij het detecteren van zowel chromosoomgecodeerde AmpC-hyperproducerende als plasmide-gecodeerde AmpC-dragende E. coli-stammen, in vergelijking met ESBL-producerende E. coli en die zonder ESBL, pAmpC of cAmpC-hyperproductie. Bovendien wordt onderzocht wat het effect is van het toevoegen van cefoxitin aan deze media om de detectie van zowel chromosoomgecodeerde AmpC-hyperproducerende als plasmide-gecodeerde AmpC-dragende E. coli-stammen te verbeteren. Het toevoegen van cefoxitin had weinig invloed op de gevoeligheid, maar verhoogde de specificiteit van de detectie van AmpC-producerende E. coli. Het gebruikte agar maakte echter geen onderscheid tussen plasmide-gecodeerde en chromosoom-gecodeerde AmpC-producerende E. coli-stammen. Het is vermeldenswaardig dat de screeningset voornamelijk bestond uit blaCMY-type-bevattende en chromosoom-gecodeerde AmpCproducerende E. coli-stammen, wat verder onderzoek rechtvaardigt naar een agar met cefotaxim of ceftazidim met cefoxitin in een klinische setting. Desalniettemin wordt verwacht dat de screeningsmedia geschikt zijn voor screeningsonderzoek naar AmpCdragerschap in de darm wanneer een voorverrijkingsstap wordt toegepast, vergelijkbaar met de huidige screeningsstrategieën voor ESBL (M. F.Q. Kluytmans-Van Den Bergh et al. 2015). Bronnen en transmissieroutes van AmpC-gemedieerde resistentie Het begrijpen van de bronnen en transmissieroutes van antimicrobiële resistentievectoren is cruciaal om verdere toenames in antibioticumresistentie te voorkomen. Plasmiden, als mobiele genetische elementen, spelen een belangrijke rol in de verspreiding van antimicrobiële resistentiegenen en dragen verschillende resistentiemechanismen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw