Savannah Boele

Appendices 246 adolescenten verschillen van gezin tot gezin. Hierdoor weten we bijvoorbeeld nog nauwelijks in hoeverre adolescenten hetzelfde reageren op schommelingen in ouderlijke steun. Juist deze inzichten – hoe ouders en adolescenten binnen hetzelfde gezin elkaar beïnvloeden en hoe deze invloeden verschillen tussen gezinnen – zijn essentieel om wetenschappelijke kennis om te zetten naar de praktijk. Om meer valide inzichten te genereren over de complexiteiten van opvoeden was het overkoepelende doel van deze dissertatie om opvoedingsprocessen tijdens de adolescentie binnen (individuele) gezinnen te onderzoeken. Hiervoor waren drie doelstellingen geformuleerd: (1) om te onderzoeken hoe belangrijke opvoedingsdimensies (gemiddeld gezien) verband houden met het functioneren van adolescenten binnen gezinnen, (2) om dergelijke verbanden te onderzoeken op verschillende tijdschalen, en om (3a) de verschillen tussen gezinnen in deze verbanden te kwantificeren en (3b) te verklaren. Deze doelstellingen werden bereikt door het uitvoeren van een systematische literatuurstudie (Hoofdstuk 2) en vier empirische studies (Hoofdstukken 3-6). Doelstelling 1: Onderzoeken hoe belangrijke opvoedingsdimensies (gemiddeld gezien) verband houden met het functioneren van adolescenten binnen gezinnen Ondanks dat opvoedingsprocessen binnen gezinnen plaatsvinden – tussen een ouder en hun eigen kind - (zie o.a. dynamische systeemtheorie; Granic et al., 2008; Smith & Thelen, 2003, en het integratieve opvoedingsmodel; Darling & Steinberg, 1993), toonde mijn systematische review (Hoofdstuk 2) dat er relatief weinig onderzoek is op dat niveau (zogenaamde binnen-gezinsniveau). Tot 2018 waren slechts 46 studies gepubliceerd die onderzochten hoe opvoeding en het functioneren van adolescenten samenhing binnen gezinnen. Dit staat in sterk contrast met de duizenden gepubliceerde studies op groepsniveau (Pinquart, 2017a, 2017b). Daarnaast onderzochten de 46 studies voornamelijk de opvoedingsdimensies steun en gedragscontrole. Autonomieondersteuning en psychologische controle was nog nauwelijks onderzocht. Bovendien waren de meeste studies gericht op gelijktijdige verbanden en niet op longitudinale verbanden. Dus aan het begin van dit promotieonderzoek was er beperkte kennis over hoe opvoeding en het functioneren van adolescenten elkaar over en weer beïnvloeden binnen gezinnen. Om dit hiaat in kennis aan te pakken, richtte deze dissertatie zich op de longitudinale verbanden tussen opvoedingsdimensies en het functioneren van adolescenten. Mijn

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw