Samenvatting (Summary in Dutch) A 247 resultaten (Hoofdstukken 3-5) laten echter geen overtuigend bewijs zien dat invloeden tussen opvoeding en het functioneren van adolescenten binnen gezinnen inherent wederzijds zijn (Soenens & Vansteenkiste, 2020). Of opvoeding en het functioneren van de adolescent elkaar wederkerig beïnvloedde over de tijd heen, verschilde per opvoedingsdimensie en per uitkomstmaat. Ter illustratie, psychologisch controlerend gedrag van ouders verlaagde (gemiddeld gezien) het zelfvertrouwen van adolescenten, en omgekeerd, terwijl het ook een toename van depressieve symptomen bij adolescenten voorspelde, maar niet vice versa. Deze bevindingen benadrukken de complexiteit in de wisselwerking tussen opvoeding en het functioneren van adolescenten. Doelstelling 2: De verbanden tussen opvoedingsdimensies en het functioneren van adolescenten binnen families onderzoeken op verschillende tijdschalen Verschillende theorieën stellen dat invloeden tussen ouders en kinderen plaatsvinden op verschillende tijdschalen (Bronfenbrenner, 2005; Granic et al., 2008; Lougheed & Keskin, 2021). Desondanks liet mijn systematische review (Hoofdstuk 2) zien dat de meeste studies naar opvoedingsprocessen binnen gezinnen tijdens de adolescentie waren gedaan op een macrotijdsschaal (halfjaarlijks of langer). Onderzoek leek dus micro- (bijv. van uur tot uur en dagelijks) en mesotijdschalen (bijv. wekelijks en maandelijks) grotendeels over het hoofd te hebben gezien. Om de empirische kennis te vergroten, heb ik een nieuwe methodologische aanpak geïntroduceerd: een meso-longitudinaal design met tweewekelijkse metingen. Daarnaast heb ik nog andere tijdschalen onderzocht, in totaal vijf verschillende: dagelijks (Hoofdstukken 3, 5 en 6), tweewekelijks (Hoofdstukken 3 en 4), driemaandelijks (Hoofdstuk 3), jaarlijks (Hoofdstuk 3) en tweejaarlijks (Hoofdstuk 3). De resultaten van deze dissertatie laten nieuwe empirische bewijzen zien dat opvoedingsprocessen binnen gezinnen tijdens de adolescentie plaatsvinden op verschillende tijdschalen, met name op micro- en mesotijdschalen. Interessant was dat ouderlijke warmte en autonomie-ondersteuning met name sterk samenhing met een beter dagelijkse functioneren (Hoofdstukken 5 en 6). De aard van de dagelijkse invloeden tussen opvoeding en het functioneren van adolescenten verschilde in sommige opzichten van de tweewekelijkse invloeden. Psychologisch controlerend gedrag van ouders had bijvoorbeeld na twee weken (Hoofdstuk 4) een groter negatief effect op het functioneren van adolescenten dan na één dag (Hoofdstuk 5). Van jaar tot jaar werden er weinig effecten gevonden (Hoofdstuk 3), wat aangeeft dat een macrotijdschaal mogelijk te lang is om opvoedingsprocessen binnen gezinnen vast te leggen.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw