Thom Bongaerts

212 Appendix In Hoofdstuk 3 beschrijven wij een retrospectief dataonderzoek om nader in beeld te brengen welke potentiële deelnemers minder geneigd zijn om deel te nemen aan de bvo’s in de stad Den Haag en welke risico’s (gekeken naar tumor uitkomsten) dit met zich meebrengt. Door beperkingen in de beschikbaarheid van data hebben wij ons hierbij moeten richten op de bvo’s naar borstkanker (bvo-BK) en darmkanker (bvo-DK). Hoewel het jammer is dat we niet naar alle drie bvo’s in gezamenlijkheid hebben kunnen kijken, gaf ons dit wél een unieke kans om een langlopend bvo te vergelijken met een relatief nieuw bvo. Wij hebben gebruik gemaakt van databases van Bevolkingsonderzoek Nederland (aangevuld met specifieke regionale gegevens via Bevolkingsonderzoek ZuidWest) en deze gelinkt aan databases van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). In deze studie hebben we, over de tijdsperiode 2005 tot 2019, inzichtelijk kunnen maken (op geaggregeerd niveau) wie er wel/niet deelnamen aan de bvo’s-BK en -DK, en wie er uiteindelijke wel/niet werden gediagnosticeerd met een van de screening specifieke tumoren. Voor onze analyses vergeleken we een tweetal subgroepen: potentiële deelnemers die wel (deelname in >50% na uitnodiging) en niet (deelname ≤50% na uitnodiging) deelname aan de bvo’s over de tijdsperiode. De belangrijkste bevindingen voortkomend uit deze studie zijn dat het nietdeelnemen aan de bvo’s direct gelinkt kan worden aan het woonachtig zijn in een lage sociaaleconomische status (SES)-wijk. Daarbij is niet-deelname tevens geassocieerd met een minder gunstige – relatief vergevorderde – tumoruitkomst ten tijde van de diagnose. Daarmee wordt niet-deelnemen aan de bvo’s dus potentieel kwalijk en problematisch; in het bijzonder voor bepaalde subpopulaties. Ten tijde dat we de data van beide bvo’s combineerde, werd duidelijk dat het merendeel van de vrouwen wél deelneemt en dit doorgaans ook consistent over de tijd doet. Ook uit de gecombineerde datasets bleek dat de vrouwen die over de tijd niet meededen aan beide bvo’s, vaker woonachtig zijn in de lagere SES-wijken. Op basis van deze bevindingen menen wij dat er behoefte is aan de ontwikkeling van toekomstige strategieën die specifieke subgroepen meer betrekken bij de bvo’s. De stad Den Haag, met al haar multiculturele facetten, bleek bij uitstek geschikt om dit type onderzoek te verrichten. Dit komt met name door de aanzienlijke verschillen die er bestaan tussen de verschillende wijken in de stad, welke adequaat gerepresenteerd worden door de SES-scores. In Hoofdstuk 4 presenteren wij een Q-methodologie studie (Q-studie) over de overtuigingen en motivaties van potentiële deelnemers die woonachtig zijn in de stad Den Haag met betrekking tot deelname aan de bvo’s. Het idee achter deze studie was om helder te krijgen wat voor potentiële participanten van belang is wanneer zij nadenken/beslissen over deelname aan de bvo’s. Een Q-studie is een ‘mix-methods’ methodologie, welke in het bijzonder wordt gebruikt om inzicht te verkrijgen in de

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw