215 Nederlandse samenvatting Omdat uit onze eerdere studies naar voren kwam dat mogelijk juist eerstelijnszorgverleners een belangrijke rol zouden kunnen spelen bij de optimalisatie van de opkomstcijfers van de bvo’s, hebben wij ons in Hoofdstuk 6 gericht op huisartsen en hen bevraagd over hetgeen zij vinden van hun huidige rol ten aanzien van de bvo’s, en of ze vinden dat deze anders dient te zijn. Hiervoor hebben we een getrapte ‘mixed-methods’ studie uitgevoerd door eerst een vragenlijst te ontwikkelen en deze te verspreiden onder huisartsen. Vervolgens hebben we een aantal geselecteerde huisartsen geïnterviewd, middels semi-gestructureerde diepte-interviews, om de data voortkomend uit deze vragenlijsten te duiden. De belangrijkste bevindingen voortkomend uit deze studie zijn dat huisartsen over het algemeen positief zijn over de bvo’s en hun rol daarin. Verder gaven huisartsen aan dat ze bereid zijn om de bvo’s verder te ondersteunen en te bekrachtigen. Hierbij gaven ze echter wel duidelijk aan niet (nog) meer logistieke en organisatorische taken op zich te willen nemen. Een proactieve wijkgerichte benadering kwam naar voren als een van de mogelijke opties om de huidige screeningprogramma’s te optimaliseren. Hierbij benadrukten huisartsen de noodzaak om meer aandacht te besteden aan het betrekken van mensen die woonachtig zijn in lage SES-wijken. Het meest innovatieve idee om dit te realiseren was het concept van een ‘add-on methodologie’, waarbij huisartsen/ huisartsenpraktijken zelf patiënten gericht uitnodigen, als aanvulling op de algemene uitnodiging voor deelname aan de bvo’s. De meest positieve effecten kunnen hierbij waarschijnlijk verwacht worden wanneer huisartsen zelf patiënten selecteren waarvan zij inschatten dat deze een (hoger) risico lopen op de ontwikkeling van (een van) de screening specifieke tumoren. S
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw