69 Determinants of (non)attendance at the Dutch CSPs de opkomst ongelijk verdeeld is naar medische risico’s en naar sociaal-economische achtergrond. De bvo’s kunnen daarom wellicht baat hebben bij een klinische, proactieve en wijkgerichte benadering vanuit de 1e lijn. Om de huidige opkomstcijfers te begrijpen is het noodzakelijk om een duidelijk beeld te krijgen van de achtergrond van (niet-)deelname en de daarmee gepaard gaande, wellicht beïnvloedbare factoren. Ons onderzoek had als doel om systematisch in kaart te brengen welke determinanten van (niet-)deelname aan de Nederlandse bvo’s reeds onderzocht zijn. Methode We deden een systematisch literatuuronderzoek waarin we alle artikelen meenamen die voor februari 2018 zijn gepubliceerd. Daarvoor doorzochten we databases Academic Search Premier, Cochrane Library, Embase, EMCare, PubMed, PsycINFO en Web of Science. De initiële zoekstrategie voerden we in PubMed uit met de MESH-termen ‘screening’, ‘cancer’, ‘participation’ en ‘Netherlands’. Ook grijze literatuur namen we mee; deze betrof vooral artikelen van het RIVM en de lokale screeningsorganisaties. Voorafgaand aan de zoekopdracht hebben we de procedure beschreven en geregistreerd.5 Na het verwijderen van alle duplicaten includeerden we artikelen wanneer deze voldeden aan de volgende inclusiecriteria: 1a. Onderzoeksuitkomst: deelname aan een oncologisch bevolkingsonderzoek; OF 1b. Determinanten: redenen voor lage/niet-deelname EN oncologisch bevolkingsonderzoek; 2. Resultaten gelinkt aan baarmoederhals-, borst- of darm- kanker; 3. Auteurs gelieerd aan Nederlandse organisaties OF het artikel beschrijft een Nederlands oncologisch bevolkings- onderzoek; 4. Beschikbaar in het Engels OF Nederlands; 5. Alleen origineel onderzoek. WAT IS BEKEND? • Nederland telt 3 oncologische bevolkingsonderzoeken (bvo’s). • Wil een bevolkingsonderzoek effectief zijn, dan moet de opkomst per bvo ≥ 70% zijn. • De huidige opkomstcijfers laten een dalende trend zien en geven daarmee reden tot zorg. 2
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw