Thom Bongaerts

73 Determinants of (non)attendance at the Dutch CSPs Voor het bvo-BMHK en -BK worden woonplaats en sociaal- economische status (SES) als determinanten beschreven. Vrouwen woonachtig in stedelijke gebieden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en/of behorend tot lagere SES-groepen participeren daarbij minder frequent. Een jongere leeftijd hangt bij het bvo-BMHK en -DK samen met een lagere deelname. Vrouwen die getrouwd zijn of een vaste partner hebben nemen eveneens minder vaak deel. Uit de literatuur over de nieuwe zelfafnametest voor het bvoBMHK blijkt dat vrouwen geboren in Nederland vaker een set terugstuurde dan vrouwen geboren buiten Nederland. Vrouwen die eerder hadden deelgenomen blijken ook meer mee te doen aan vervolgonderzoeken. Onze zoekstrategie leverde geen artikelen op die psychologische factoren beschrijven in relatie tot de screeningsdeelname. Informatiefactoren Dertien artikelen beschreven informatiefactoren. De bestaan- de informatie blijkt niet altijd overtuigend genoeg. Velen vinden het lastig om een goede afweging over deelname te maken. Momenteel is er een gebrek aan op maat gemaakte communicatiemiddelen en -strategieën. Dit lijkt vooral problematisch voor de van oudsher moeilijk bereikbare groepen, die tevens het kwetsbaarst zijn (ze hebben vaker afwijkingen in ongunstigere stadia). In het verleden vonden selectie en uitnodiging voor het bvo-BMHK plaats vanuit de huisartsenpraktijk. Nadat deze procedure was veranderd, viel de deelname terug. De hoge- re deelname voor de verandering betrof vooral de moeilijk bereikbare vrouwen: niet geboren in Nederland, behorend tot een lagere SES-groep en woonachtig in de stad. Awareness-factoren Het gebrek aan kennis over de specifieke soorten kanker en de bijbehorende bvo’s is beschreven als determinant voor niet-deelname. Over het algemeen lijken nietdeelnemers sneller te denken dat ze geen/minder risico lopen, waarbij ze ervan uitgaan dat de betreffende vorm van kanker niet te genezen is. Ook blijkt deelname aan een bvo vaak als laag urgent te worden ingeschat. Enkele artikelen beschrijven de zorgen over (test)veiligheid (en daarmee de weerstand) die potentiële deelnemers hebben. Motivatiefactoren Niet-deelnemers rapporteerden vaker negatieve rolmodellen (onder anderen de huisarts), bij wie deelname nauwelijks een gespreksonderwerp vormde. 2

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw