141 Een didactische aanpak voor literatuurhistorisch redeneren en hen daarmee bewust geletterd maakt. Het onderwijs is daarmee gericht op het ontwikkelen van een bewuste taalvaardigheid en literaire competentie, wat volgens het Meesterschapsteam (2021, p. 2) betekent ‘dat die vaardigheden in verband moeten staan met inzicht in en kennis van de Nederlandse taal, literatuur en communicatie en dat inzicht en kennis ook op zichzelf staande doelen behoren te zijn van het schoolvak.’ Voor ieder perspectief heeft het Meesterschapsteam inzichten geformuleerd die leerlingen kunnen verwerven bij de diverse onderdelen van het schoolvak Nederlands. In Tabel 6.4 is een korte uitleg van de perspectieven opgenomen, met daarbij een beschrijving van inzichten die binnen deze perspectieven verworven kunnen worden bij het literatuur(geschiedenis)onderwijs. Tabel 6.4 Omschrijving van de vier perspectieven van het Meesterschapsteam Nederlands (2021) en inzichten die leerlingen binnen deze perspectieven kunnen verwerven bij het literatuuronderwijs Perspectief Omschrijving Inzichten bij het literatuuronderwijs Systeemperspectief (gerelateerd aan de tekstgerichte benadering) Taal, literatuur en communicatie vormen een systeem. Meer precies: ze bestaan uit vormen die op een systematische manier betekenis krijgen. Klanken, woorden, zinnen, en teksten vertonen vormkenmerken die door gewoonte of gebruik een betekenis hebben gekregen. Leerlingen kunnen inzien dat zij literatuur kunnen analyseren, interpreteren en categoriseren op basis van taal- en vormkernmerken of verhaaltechnische elementen. Ook kunnen ze inzichten verwerven over de complexe relatie tussen taal en (fictieve) werkelijkheid enerzijds, en betekenis en functie anderzijds. Individueel perspectief (gerelateerd aan de lezersgerichte benadering) Taal, literatuur en communicatie zijn sterk verbonden met individuen. Taalvermogen, literaire en communicatieve ontwikkeling zijn individuele eigenschappen, die van persoon tot persoon verschillen, en zelfs hun basis hebben in fysieke breinprocessen. Leerlingen kunnen inzichten verwerven over de mate waarin individuele kenmerken invloed hebben op leesprocessen, interpretatie en waardering. Sociaal-cultureel perspectief (gerelateerd aan de contextgerichte benadering) Taal, literatuur en communicatie zijn producten van de abstracte collectiviteit van taalgebruikers, samenlevingen en culturen. Ze kunnen niet alléén in het brein van individuele personen bestaan. De sociaal-culturele omgeving bepaalt mede de mogelijke variatie in vormen en de toekenning van betekenis. Leerlingen kunnen inzichten verwerven over de verhouding tussen literatuur en de sociale en maatschappelijke context. Ook kunnen ze inzien dat de definitie van literatuur en de samenstelling van literaire canons afhankelijk zijn van sociaal-culturele (plaats en tijd) en literair-sociale factoren (het literaire bedrijf).
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw