186 Nederlandse samenvatting risicofactoren, als met de aanwezigheid van beschermende factoren die een positieve invloed kunnen hebben of kunnen dienen als buffer om veerkracht te bevorderen. In Hoofdstuk 3 onderzochten we of het mogelijk is om op populatieniveau meervoudige kwetsbaarheid in kaart te brengen met alleen routinematig verzamelde data (zonder zelfgerapporteerde data). Daarnaast bekeken we de toegevoegde waarde van het toevoegen van zelfgerapporteerde data in de voorspellingsmodellen, en onderzochten we de belangrijkste voorspellende factoren. De resultaten lieten zien dat het mogelijk is om kwetsbaarheid te voorspellen met direct beschikbare routinematig verzamelde data. Dit biedt een stevige basis voor het langdurig monitoren en ontwikkelen van beleid. De resultaten lieten echter ook zien dat zelfgerapporteerde data de voorspellingsmodellen kunnen verbeteren, en zelfgerapporteerde gezondheidsfactoren bleken belangrijke voorspellers van meervoudige kwetsbaarheid. In Hoofdstuk 4 beschreven we de ontwikkeling van een indicatorenset om het actieprogramma Kansrijke Start op lokaal niveau te monitoren. Experts gaven de voorkeur aan een set met indicatoren over zowel processen als uitkomsten, zowel ouders als kinderen, en zowel risico- als beschermende factoren. De vastgestelde indicatorenset bestond uit negentien indicatoren binnen de drie actielijnen van Kansrijke Start: voor de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de geboorte. Onderwerpen waren onder andere armoede, psychologische/ psychiatrische problemen, stress, roken, kwetsbaarheid, preconceptiezorg, laaggeletterdheid en vroeggeboorte. De nadruk bij de indicatoren lag meer op sociale determinanten van gezondheid dan op specifieke klinische aspecten. Daarnaast werd een zogenoemde ‘ontwikkelagenda’ opgesteld met geselecteerde indicatoren waarvan gegevens ontbreken of die niet goed uitgewerkt zijn (bijvoorbeeld stress, onbedoelde zwangerschap, eenzaamheid). In het lokaal monitoren van het actieprogramma Kansrijke Start kan de indicatorenset het gesprek bevorderen tussen beleidsmakers, managers, professionals en andere betrokkenen over de lokale situatie en ontwikkelingen, wat kan bijdragen aan het stellen van prioriteiten voor lokale interventies en beleid. Hoofdstuk 5 beschreef de ontwikkelingen en ervaringen met het actieprogramma Kansrijke Start, specifiek gericht op domeinoverstijgende samenwerking. Dit onderzoek vond plaats tijdens de eerste duizend dagen van het actieprogramma (in 2019, 2020, 2021). De kwantitatieve resultaten toonden een toenemend aantal lokale coalities Kansrijke Start met diverse betrokkenen vanuit sociaal en medisch domein, en een groeiend aantal gemeenten met actieplannen, doelstellingen, ambities en activiteiten. Uit de kwalitatieve resultaten kwamen verschillende positieve ervaringen naar voren, maar ook uitdagingen en behoeften aan verbetering. Het actieprogramma Kansrijke Start versterkte het gevoel van urgentie voor het belang van de eerste duizend dagen en stimuleerde professionals om elkaar te leren kennen, wat leidde tot meer samenwerkingsafspraken. De ontwikkeling van coalities varieerde per gemeente vanwege de unieke uitdagingen, focus en historische context van iedere gemeente. Belangrijke bevorderende factoren voor lokale coalities Kansrijke Start waren een actieve ambassadeur/ kartrekker en het hebben van een
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw