Sonja Kuipers

252 Nederlandse samenvatting spelen, om zo de bewustwording te vergroten. Ook bleek van belang om vervolgonderzoek te doen naar risicofactoren en de mate waarin jongvolwassenen met een psychotische aandoening een groter risico hebben op slechte mondgezondheid dan andere jongvolwassenen. Welke risicofactoren voor mondgezondheid ervaren patiënten met een eerste psychose die daarvoor in behandeling zijn? En hoe ervaren zij hun mondgezondheid gerelateerde kwaliteit van leven (OHRQoL) vergeleken met mensen zonder een voorgeschiedenis met een psychotische aandoening? (Hoofdstuk 3) In hoofdstuk 3 rapporteren we de bevindingen van een case-control studie. In dit onderzoek hebben we 81 patiënten die een eerste psychose hebben gehad, vergeleken met 166 mensen uit de algemene bevolking zonder een psychotische aandoening. De groepen zijn gematched op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau om nader te bestuderen in hoeverre er verschillen waren in hun mondgezondheid en in de levenskwaliteit gerelateerd aan mondgezondheid. Door deze kwantitatieve onderzoeksmethode kon onderzocht worden of mondgezondheid een probleem onder jongvolwassenen was (en dus horend bij de publieke gezondheid) of dat dit verhoudingsgewijs vaker voorkomt bij patiënten na een eerste psychose (en dus horend bij de GGZ). Uit de resultaten bleek dat de patiënten met een eerste psychose meer risicofactoren hadden voor een slechte mondgezondheid, zoals roken, veel suikerhoudend eten en drinken, minder vaak of minder lang tandenpoetsen, of onvoldoende geld om mondzorg te betalen (zoals een bezoek aan de tandarts wanneer er klachten zijn). Van de patiënten met een eerste psychose ervoer 15% een slechte levenskwaliteit door hun mondgezondheid, ten opzichte van 2% in de groep zonder psychose. De kans op een negatieve impact van de risicofactoren op de kwaliteit van leven was bij patiënten na een vroege psychose bijna 10 keer hoger dan in de groep zonder psychose. De bevindingen benadrukken hoe belangrijk het is om (extra) preventieve maatregelen te nemen om de mondgezondheid van deze patiënten te verbeteren. GGZ-verpleegkundigen hebben een belangrijke rol in het ondersteunen en verbeteren van de mondgezondheid van patiënten, zoals het motiveren van patiënten om aandacht hiervoor te hebben of het geven van voorlichting. Echter, er zijn op

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw